ECLI:NL:RBSHE:2006:AZ1815
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- C.W.P. van Gelder
- Rechtspraak.nl
Toewijzing schadevergoeding na vrijspraak
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 3 november 2006 uitspraak gedaan in een verzoekschrift dat op 27 maart 2006 was ingediend. Verzoekster vroeg om een schadevergoeding voor kosten van rechtskundige bijstand, gederfde inkomsten en reiskosten, nu de strafzaak was geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. De rechtbank overwoog dat er gronden van billijkheid aanwezig waren voor het toekennen van een vergoeding. De advocaatkosten van € 1.169,67 werden volledig vergoed, omdat de rechtbank oordeelde dat de reistijd volledig in rekening mocht worden gebracht. Voor de gederfde inkomsten van verzoekster werd een bedrag van € 90,00 toegekend, gebaseerd op een tijdsverzuim van 10 uren, en voor reiskosten werd een bedrag van € 16,60 vergoed. De kosten van de getuige werden ook in overweging genomen, maar de rechtbank oordeelde dat de kosten voor tijdverzuim van de getuige voor rekening van verzoekster kwamen, omdat deze niet door het openbaar ministerie was opgeroepen. Uiteindelijk kende de rechtbank een totale vergoeding van € 1.849,30 toe aan verzoekster, en wees het meer of anders verzochte af. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 90, 591 en 591a van het Wetboek van Strafvordering.