ECLI:NL:RBSHE:2006:AZ2219
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- N.H.J.M. Veldman-Gielen
- A.A.H. Schifferstein
- M.L.P. van Cruchten
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid tot oplegging van een nieuwe last onder dwangsom na uitwerking van een eerdere last
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 30 oktober 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van verweerder, waarbij een eerder opgelegde last onder dwangsom was uitgewerkt en een nieuwe last onder dwangsom was opgelegd. De rechtbank oordeelde dat de eerste last onder dwangsom het met het oude bestemmingsplan strijdige gebruik tijdig had gewraakt, waardoor eiseres geen beroep kon doen op overgangsrechtelijke bescherming. De rechtbank overwoog dat verweerder bevoegd was om een nieuwe last onder dwangsom op te leggen, nu de overtreding voortduurde en er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een ander oordeel rechtvaardigden. Eiseres had aangevoerd dat zij al vóór 17 oktober 1980 in de varkensstal woonde en dat zij daardoor onder het overgangsrecht viel, maar de rechtbank volgde deze zienswijze niet. De rechtbank concludeerde dat verweerder in redelijkheid had kunnen besluiten om handhavend op te treden en verklaarde het beroep van eiseres ongegrond. De uitspraak benadrukt de bevoegdheid van bestuursorganen om handhavend op te treden na het uitwerken van eerdere sancties, mits er geen nieuwe feiten zijn die een ander oordeel rechtvaardigen.