ECLI:NL:RBSHE:2006:AZ3067
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Kort geding
- J.H.W. Rullmann
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van conservatoir beslag op de praktijkrekening van een dierenartsenpraktijk
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 27 november 2006 uitspraak gedaan in een kort geding waarin verzoekers, vertegenwoordigd door Dierenartspraktijk [verzoeker c.s.], een verzoek tot conservatoir beslag hebben ingediend. De verzoekers stelden dat er geen maatschap bestond tussen hen en de gerekwestreerden, maar een overeenkomst van opdracht. De rechter overwoog dat, gezien de lange duur van de samenwerking van meer dan vijftien jaar, de beëindiging van deze samenwerking door de gerekwestreerden niet op korte termijn had mogen plaatsvinden. De rechter concludeerde dat de gerekwestreerden mogelijk schadeplichtig zijn, maar dat dit niet de basis vormde voor de vorderingen in deze zaak.
De rechter heeft verder vastgesteld dat de verzoekers niet konden aanspraak maken op de inkomsten die de gerekwestreerden genereerden met hun nieuwe praktijk, aangezien deze inkomsten toebehoorden aan de gerekwestreerden. De verzoekers hebben wel een vordering ingediend voor de zaken die zij bij het uiteengaan van de oude praktijk hebben meegenomen, begroot op € 10.000. De rechter oordeelde dat de ontijdige beëindiging van de overeenkomst de gerekwestreerden schadeplichtig kon maken, maar dat er geen rechtsgrond was voor een goodwill-vergoeding.
De rechter heeft het verzoek tot beslag op de praktijkrekening van de gerekwestreerden, h.o.d.n. "Diergeneeskundig Centrum Asten", toegestaan, maar met de beperking dat alleen beslag mag worden gelegd op het saldo dat hoger is dan € 35.000. Dit om de gerekwestreerden in staat te stellen hun bedrijfsvoering voort te zetten. De voorzieningenrechter heeft de vordering ter verzekering waarvan het beslag wordt gelegd, begroot op € 260.000,00 en het conservatoir beslag op de rekening van de gerekwestreerden toegestaan, met inachtneming van de eerder genoemde beperking.