ECLI:NL:RBSHE:2007:AZ6000

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
12 januari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
151767/EX RK 06-265
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een wrakingsverzoek tegen de politierechter in een strafzaak

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 12 januari 2007 een wrakingsverzoek toegewezen dat was ingediend tegen de politierechter mr. J.A. van Biesbergen. Het verzoek tot wraking was gedaan door de verdediging in het kader van verschillende strafzaken die op 30 november 2006 door de politierechter werden behandeld. De verdediging stelde dat er feiten en omstandigheden waren die zwaarwegende aanwijzingen opleverden voor twijfels aan de onpartijdigheid van de rechter. Dit was onder andere gebaseerd op het feit dat de politierechter de verdediging niet de gelegenheid had gegeven om hun pleidooi af te ronden en het verzoek tot verwijzing naar de meervoudige kamer zonder enige motivering had afgewezen.

De wrakingskamer oordeelde dat de houding van de politierechter, die het verzoek tot verwijzing ongeacht de inhoud en onderbouwing terzijde had gesteld, de schijn van onpartijdigheid in gevaar bracht. De rechtbank merkte op dat de verdediging het recht heeft om een verzoek tot verwijzing te doen, en dat dit verzoek niet op voorhand afgewezen kan worden. De wrakingskamer concludeerde dat het vierde wrakingsverzoek gegrond was en dat verdere wrakingsverzoeken met eenzelfde strekking niet in behandeling genomen zouden worden.

De beschikking werd uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en benadrukte de noodzaak van een eerlijke en onpartijdige rechtsgang, waarbij de rechten van de verdediging gerespecteerd dienen te worden. De beslissing om het wrakingsverzoek toe te wijzen, was een belangrijke stap in het waarborgen van de integriteit van de rechtspraak in deze complexe strafzaken.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Wrakingskamer
Zaaknummer : 151767 / EX RK 06-265
Datum beschikking: 12 januari 2007
Deze beschikking wordt gegeven naar aanleiding van het op 30 november 2006 na aanvang van het ter openbare terechtzitting van de politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch mondeling gedane verzoek namens:
[verzoeker 1]
wonende te [woonplaats]
[verzoeker 2]
wonende te [woonplaats]
[verzoeker3]
wonende te [woonplaats]
[verzoeker4]
wonende te [woonplaats]
[verzoeker5]
wonende te [woonplaats]
[verzoeker6]
wonende te [woonplaats]
[verzoeker7]
wonende te [woonplaats]
NN 1
NN 2
NN 3
verzoekers,
advocaten mr. M.J.F. Stelling en mr. N.M.P. Steijnen
strekkende tot wraking van
mr. J.A. van Biesbergen
in diens hoedanigheid van politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch bij de behandeling van de zaken met parketnummers: 01/857022-05, 01/857034-05, 01/857024-05, 01/857031-05, 01/857035-05, 01/857033-05, 01/857030-05, 01/857027-05, 01/857028-05 en 01/857029-05,
verweerder.
Procesverloop
Het verzoek strekt tot wraking van verweerder, die ter openbare terechtzitting van 30 november 2006 de strafzaken met bovenstaande parketnummers tegen verzoekers heeft behandeld.
Verweerder heeft blijkens een aan de rechtbank verzonden brief van 13 december 2006 niet in de wraking berust. De officier van Justitie mr. I. de Bruin heeft schriftelijk medegedeeld niet ter behandeling van het wrakingsverzoek aanwezig te zullen zijn.
Het wrakingsverzoek is op 2 januari 2007 behandeld ter openbare terechtzitting van de meervoudige kamer van de rechtbank 's-Hertogenbosch, alwaar de raadsman van verzoekers, mr. M.J.F. Stelling, namens verzoekers aan de hand van een door hem overgelegde pleitnota het verzoek heeft toegelicht en bij dit verzoek heeft gepersisteerd.
De betrokken rechter, mr. J.A. van Biesbergen, is in de gelegenheid gesteld ter zitting te worden gehoord. Hij heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt, doch heeft in de brief van 13 december 2006 zijn standpunt ten aanzien van het wrakingsverzoek gegeven.
2. De grondslag van het verzoek
De raadsman van verzoekers heeft zich op het standpunt gesteld dat zich ten aanzien van de betrokken rechter feiten en omstandigheden hebben voorgedaan die zwaarwegende aanwijzingen opleveren om te twijfelen aan zijn onpartijdigheid en voor het oordeel dat hij jegens verdachten een vooringenomenheid koestert. De raadsman heeft daarbij in aanmerking genomen dat de rechter ter openbare terechtzitting van 30 november 2006 ten onrechte de verdediging niet meer aan het woord wenste te laten komen voor de afronding van haar pleidooi. Tevens heeft de rechter het verzoek van de verdediging tot verwijzing naar de meervoudige kamer op voorhand zonder enige motivering afgewezen. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft de raadman tevens verwezen naar eerdere in onderhavige strafzaken ten aanzien van mr. Van Biesbergen ingediende wrakingsverzoeken.
3. De beoordeling
Vooropgesteld wordt dat in de opgemelde strafzaken thans sprake is van een vierde wrakingsverzoek van de verdediging jegens de politierechter mr. J.A. van Biesbergen. Dit wrakingsverzoek is nader onderbouwd bij schrijven van 23 december 2006 en de aanvullende pleitnota, waarin uitgebreid wordt teruggezien op de eerdere ongegrond verklaarde wrakingsverzoeken. Deze wrakingsverzoeken en de beslissingen daarop zijn thans niet meer aan de orde, doch de wrakingskamer merkt op dat alle wrakingsverzoeken de kennelijke bedoeling hebben de stafrechter koste wat kost te gebruiken als een forum voor het publiekelijk aan de orde stellen, zoals de verdediging stelt, van: "massamoord van genocidale omvang, grootschalige vernieling van civiele goederen alsook van de vernietiging en radioactieve vergiftiging van het menselijk leefmilieu." Ook het vierde wrakingsverzoek, dat ziet op een afwijzing van het doen van een verzoek van de verdediging tot verwijzing van de behandeling naar de meervoudige strafkamer heeft deze kennelijke bedoeling. Verdere wrakingsverzoeken met eenzelfde strekking zijn, naar oordeel van de wrakingskamer, te betitelen als een misbruik zoals bedoeld in artikel 515, vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering, weshalve zal worden bepaald dat een volgend wrakingsverzoek met een dergelijke strekking niet in behandeling zal worden genomen, ook al zal het vierde wrakingsverzoek, om hierna vermelde redenen, gegrond worden verklaard.
Vervolgens komt de rechtbank toe aan een inhoudelijke beslissing op het vierde wrakingsverzoek. Ter zitting van 30 november 2006 is door de verdediging aangekondigd dat een verzoek zal worden gedaan tot verwijzing van de behandeling van de onderhavige strafzaken naar de meervoudige stafkamer en ter onderbouwing daarvan zijn stukken overgelegd aan de politierechter. De politierechter heeft daarop, blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting, aan de verdediging medegedeeld: "dat het verzoek tot verwijzing naar de meervoudige kamer, ongeacht de inhoud en de onderbouwing daarvan, zal worden afgewezen.", waarop de politierechter is gewraakt. Een dergelijke mededeling van de politierechter kan naar het oordeel van de wrakingskamer tot geen andere conclusie leiden dan dat hier sprake is van een houding van de rechter welke de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen doen lijden. De verdediging komt het doen van een verzoek tot verwijzing naar de meervoudige kamer - los van de inhoud - op zich toe en een dergelijk verzoek kan niet op voorhand, ongeacht de inhoud en de onderbouwing van het verzoek, terzijde worden gesteld. Het wrakingsverzoek zal daarom worden toegewezen.
4. De beslissing
De rechtbank wijst het verzoek tot wraking gedaan ter zitting van de politierechter van 30 november 2006 toe.
Bepaalt dat verdere wrakingsverzoeken in de zaken met parketnummers: 01/857022-05, 01/857034-05, 01/857024-05, 01/857031-05, 01/857035-05, 01/857033-05, 01/857030-05, 01/857027-05, 01/857028-05 en 01/857029-05 welke ertoe strekken de strafrechter als forum te gebruiken voor het volgens de verdediging aan de orde stellen dat er in casu sprake is van: "massamoord van genocidale omvang, grootschalige vernieling van civiele goederen alsook van de vernietiging en radioactieve vergiftiging van het menselijk leefmilieu" niet in behandeling zullen worden genomen.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.G.A.M. van de Ven, voorzitter, mr. P.G.T. Lindeman-Verhaar en mr. A.A.H. Schifferstein, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 januari 2007 in tegenwoordigheid van de griffier.