ECLI:NL:RBSHE:2007:BA1221
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. S. van Lokven
- mr. C.B.M. Bruens
- mr. A.F. van Hoorn
- Rechtspraak.nl
Veroordeling van een moeder voor mishandeling en opzettelijke benadeling van de gezondheid van haar kinderen
Op 21 maart 2007 heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch een vonnis gewezen in de zaak tegen een moeder die beschuldigd werd van mishandeling en opzettelijke benadeling van de gezondheid van haar minderjarige kinderen. De zaak kwam aanhangig na een dagvaarding op 29 januari 2007, en de rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 7 maart 2007 gehouden. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten van mishandeling en verwaarlozing van de kinderen in de periode van 1 januari 2001 tot en met 28 juni 2005.
De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de kinderen, alsook die van getuigen, voldoende bewijs boden voor de beschuldigingen. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte haar kinderen opzettelijk heeft mishandeld en hun gezondheid heeft benadeeld door onvoldoende verzorging en voeding te bieden. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden.
Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de impact op de kinderen. De rechtbank legde een werkstraf op van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 3 jaren. De verdachte moet zich tijdens de proeftijd houden aan de aanwijzingen van de Reclassering, inclusief mogelijke ambulante behandeling bij de GGZ. De rechtbank benadrukte de noodzaak van invloed op het gedrag van de verdachte om herhaling van strafbare feiten te voorkomen.