2.3. [eisers] en [eiser na tussenkomst] leggen hieraan, zakelijk weergegeven, het volgende aan ten grondslag.
2.3.1. [eiser 1] is in dienst van gedaagde Wegener Huis-aan-Huiskranten. [eisers 2 tot en met 7] zijn in dienst van gedaagde Uitgeversmaatschappij De Gelderlander. [eiser 8] is in dienst van het Eindhovens Dagblad. [eisers 9 en 10] zijn in dienst van het Brabants Dagblad, waar tussenkomende partij [eiser na tussenkomst] eveneens in dienst was tot hij per [2004] met VUT ging. [eisers 11 tot en met 13] zijn in dienst van BN/De Stem/PZC. [eisers] en [eiser na tussenkomst] waren voorheen allen werkzaam bij VNU, rechtsvoorganger van hun huidige werkgever. Gedaagden zijn dochters van Wegener N.V..
2.3.2. Onderdeel van de arbeidsvoorwaarden van [eisers]en [eiser na tussenkomst] was de winstdelingsregeling VNU. Het totaal hiervoor beschikbare bedrag bedroeg 12,5% van het bedrijfsresultaat. Ten aanzien van de overname van de dagbladendivisie door Wegener Arcade zijn afspraken gemaakt over de arbeidsvoorwaarden van de over te nemen werknemers. Deze afspraken houden onder meer het volgende in:
"Met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden geldt dat Wegener Arcade voor iedere individuele werknemer alle huidige bij de vennootschap en de andere tot de groep behorende vennootschappen van toepassing zijnde arbeidsvoorwaarden handhaven, daaronder begrepen, maar niet beperkt tot het bestaande sociaal plan, met dien verstande dat gelijkwaardige alternatieven zullen worden aangeboden aan iedere betrokken individuele werknemer voor specifieke op verkoper betrekking hebbende arbeidsvoorwaarden die niet binnen de organisatie van koper bestaan zoals bijvoorbeeld de VNU winstdelingsregeling, en wel op een zodanige wijze dat de totaalwaarde van de huidige arbeidsvoorwaarden voor iedere betrokken individuele werknemer gelijk zal blijven." en "Deze garantie maakt - zoals hierboven geformuleerd - deel uit van de verkoop/overname overeenkomst. Niemand van het personeel dat in dienst is op het moment van overname gaat er derhalve voor wat betreft zijn arbeidsvoorwaarden in materiële zin op achteruit."
2.3.3. In het sociaal plan van 9 november 2000 is het volgende vastgelegd.
"Voor de winstdelingsregeling is het volgende overeengekomen: de winstdelingsregeling voor oud VNU medewerkers wordt een uitkering van een jaarlijks vast percentage van 12,5%. In geval de winst van Wegener onverhoopt een zodanige verslechtering te zien geeft dat drastische saneringsmaatregelen onvermijdelijk zijn, dan zal deze garantiebepaling wederom onderwerp van overleg zijn met de centrale ondernemingsraad van Wegener. De uitkering van de oud VNU personeelsleden kent geen relatie met de Wegener winstdelingsregeling anders dan de winstafhankelijkheid in letterlijke zin zoals hiervoor is aangegeven, en zal niet meer bedragen dan 12,5%."
De winstdelingsregeling is hiermee verworden tot een vaste eindejaarsuitkering van 12,5%.
2.3.4. Eind november 2002 heeft Wegener N.V. besloten dat de vaste jaarlijkse uitkering van oud VNU medewerkers naar beneden toe, tot een vaste uitkering van 8,3%, moest worden bijgesteld. Wegener c.s. hebben dit besluit uitgevoerd. Als reden voor dit besluit werd de slechte financiële situatie van Wegener gegeven. Het gaat met Wegener weliswaar slechter maar niet zodanig dat Wegener toe is aan een 'drastische sanering'. Er had gelet op de gemaakte afspraken en naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet tot een wijziging van de regeling mogen worden overgegaan. Subsidiair hebben Wegener c.s. in strijd met redelijkheid en billijkheid en goed werkgeverschap gehandeld door de wijziging met terugwerkende kracht, over 2002, door te voeren.
2.3.5. Wegener c.s. hebben zich niet als een goed werkgever gedragen en hebben bij herhaling nagelaten aan redelijke verzoeken van [eisers] te voldoen. Zij dienen daarom ook in de buitengerechtelijke kosten te worden veroordeeld. Deze kosten zijn gemaakt in het kader van overleg dat voorafgaand aan deze procedure is gevoerd om te proberen de procedure te voorkomen.