ECLI:NL:RBSHE:2007:BA7199
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Kort geding
- J.H.W. Rullmann
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige uitblijven van uitbetaling door UWV in kort geding
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 4 juni 2007 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser, wonende te Antwerpen, België, en het Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen (UWV), gevestigd te Eindhoven. De eiser, vertegenwoordigd door procureur mr. P.J.A.M. Baudoin en advocaat mr. R. Vleugel, vorderde een uitkering die hem eerder door het UWV was toegekend, maar die nog niet was uitbetaald. De beslissing van het UWV, gedateerd 20 december 2005, had formele rechtskracht, maar de eiser ontving geen voor tenuitvoerlegging vatbare titel. Ondanks herhaalde verzoeken om uitbetaling bleef het UWV in gebreke, wat de eiser schade toebracht.
De rechtbank oordeelde dat het uitblijven van de uitbetaling door het UWV onrechtmatig was. De burgerlijke rechter is bevoegd om van de vordering kennis te nemen, aangezien de Ziektewet geen adequate regeling biedt voor het verkrijgen van een uitvoerbare titel. De vordering van de eiser, die strekte tot het verkrijgen van een voorschot op de toegekende uitkering, werd door de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond bevonden. De rechter kende een netto voorschot van € 7.000 toe, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 21 mei 2007.
Daarnaast werd het UWV veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de eiser op € 1.335,31 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van het UWV om tijdig uitkeringen te betalen en de mogelijkheid voor de burgerlijke rechter om in dergelijke geschillen te oordelen.