ECLI:NL:RBSHE:2007:BA8239

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
27 juni 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
geen
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
  • J.H.W. Rullmann
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verhaal eigen bijdrage in gefinancierde rechtshulp en de maximale kosten voor rechtsbijstand

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 27 juni 2007, gaat het om de incasso van de eigen bijdrage die door de Raad voor Rechtsbijstand aan de rechtzoekende is opgelegd. De rechtzoekende, aangeduid als [NN], had een toevoeging aangevraagd en was aanvankelijk € 677,00 verschuldigd, waarvan € 377,00 als voorschot was voldaan. De Raad voor Rechtsbijstand had de vergoeding forfaitair vastgesteld op € 491,15, wat leidde tot een verrekening met de eigen bijdrage. De president van de rechtbank, mr. J.H.W. Rullmann, heeft in zijn uitspraak vastgesteld dat de rechtzoekende nooit meer aan eigen bijdrage verschuldigd kan zijn dan het bedrag dat hij zou hebben betaald zonder toevoeging. Dit is in lijn met de wetgeving omtrent gefinancierde rechtshulp, die beoogt dat de kosten voor rechtsbijstand niet hoger zijn voor rechtzoekenden die een toevoeging hebben aangevraagd.

De rechtbank heeft het nog te betalen bedrag van de eigen bijdrage vastgesteld op € 3,99. Dit bedrag is het resultaat van een berekening waarbij rekening is gehouden met het uurtarief van de advocaat, dat op € 150,00 per uur is vastgesteld. De advocaat had 1 uur en 55 minuten aan de zaak besteed, wat resulteert in een salaris van € 287,50, plus diverse kosten en btw, wat het totaal op € 380,99 bracht. Aangezien het voorschot van € 377,00 al was betaald, resteerde er nog een bedrag van € 3,99 dat door de rechtzoekende moest worden voldaan.

De uitspraak benadrukt dat het niet de bedoeling is dat een rechtzoekende met een toevoeging meer betaalt dan zonder toevoeging, en dat de advocaat niet meer kan ontvangen dan de door de Raad voor Rechtsbijstand vastgestelde vergoeding. Dit waarborgt dat de gefinancierde rechtshulp toegankelijk blijft voor rechtzoekenden, zonder dat zij financieel benadeeld worden door het aanvragen van juridische bijstand.

Uitspraak

RECHTBANK ’s-HERTOGENBOSCH
De president van de rechtbank te ’s-Hertogenbosch:
1. Gezien het verzoek van mr. [X] te A tot nadere vaststelling en tot het geven van een bevel tot tenuitvoerlegging van de declaratie van € 677,00 ten laste van [NN] te A.
2. Overwegende:
2.1. Het gaat hier om de incasso van de door de Raad voor Rechtsbijstand aan de rechtzoekende opgelegde eigen bijdrage van € 677,00, waarvan € 377,00 als voorschot werd voldaan.
De Raad voor Rechtsbijstand stelde de vergoeding forfaitair vast op € 491,15, en verrekende die geheel (voor € 491,15) met de opgelegde eigen bijdrage.
2.2. Het kan nimmer de bedoeling zijn dat een rechtzoekende die een toevoeging heeft verkregen, méér aan kosten van rechtsbijstand kwijt is, dan ingeval hij geen toevoeging van een advocaat zou hebben verzocht. Evenmin is het de bedoeling dat de advocaat ten laste van de rechtzoekende méér ontvangt dan de door de Raad voor Rechtsbijstand forfaitair vastgestelde vergoeding.
2.3. In overeenstemming hiermee kan op grond van artikel 38 lid 4 van de Wet op de Rechtsbijstand en de verwijzing daarin naar artikel 30 van de Wet Tarieven in Burgerlijke Zaken, de advocaat bij verhaal van de aan de cliënt opgelegde eigen bijdrage nimmer méér in rekening brengen dan het hem verschuldigde salaris, naar mate van het belang en de moeijelijkheid der zaken, mitsgaders van den tijd, welke daaraan besteed heeft moeten worden. Bij afweging van deze factoren moet dat salaris in zaken als de onderhavige begroot worden op € 150,00 per uur.
2.4. In de onderhavige toevoegingszaak, waarin de advocaat opgaf 1:55 uur te hebben besteed, leidt dat tot de volgende afrekening:
Salaris ingeval geen toevoeging 1:55 uur x € 150,- € 287,50
Diverse kosten begroot cfm. vaste kostenvergoeding € 32,66 € 320,16
btw 19% € 60,83
Maximaal in rekening te brengen € 380,99
In rekening gebracht en betaald voorschot € 377,00
Nog te betalen € 3,99
2.4. In de op zich genomen zeldzame gevallen als deze zal, indien de Raad voor Rechtsbijstand geen ruimte ziet om de eigen bijdrage nader vast te stellen op hetgeen in deze beschikking als maximum werd vastgesteld (€ 380,99), de advocaat weliswaar € 110,16 minder ontvangen dan de volledige forfaitaire vergoeding op grond van de Wet op de Rechtsbijstand, maar dat is dan het gevolg van het systeem van de gefinancierde rechtshulp. De advocaat ontvangt nog altijd een volledige honorering voor zijn werkzaamheid.
Beslissende:
Stelt het bedrag van het thans door [NN] nog te betalen gedeelte van de eigen bijdrage nader vast op € 3,99 (drie euro en negenennegentig eurocent);
Verklaart deze beslissing uitvoerbaar op de minuut.
’s-Hertogenbosch, 27 juni 2007,
De president, (mr. J.H.W. Rullmann, fgd.)