ECLI:NL:RBSHE:2007:BB2320
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Kort geding
- W.M. Callemeijn
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de uitvoerbaarheid van een Duitse Kostenfestsetzungsbeschluss in Nederland onder de EET-Verordening
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 24 augustus 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen Realchemie Nederland B.V. en Bayer Cropscience Deutschland GmbH. De zaak betreft de vraag of een Duitse Kostenfestsetzungsbeschluss, die door het Landgericht Ravensburg is afgegeven, in Nederland kan worden geëxecuteerd. Realchemie vorderde primair dat Bayer werd verboden om deze Duitse titel in Nederland te executeren, en subsidiair dat de executie zou worden geschorst in afwachting van een bodemprocedure of prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie.
De voorzieningenrechter overweegt dat het systeem van de EET-Verordening niet toestaat dat een in een andere lidstaat gegeven Europese titel in de lidstaat van tenuitvoerlegging kan worden aangetast. Dit betekent dat de Nederlandse rechter niet kan ingaan op de juistheid van de beslissing die in Duitsland is genomen. De voorzieningenrechter wijst erop dat de EET-Verordening voorziet in een specifieke procedure voor de erkenning van Europese executoriale titels en dat de Nederlandse rechter in dit geval niet bevoegd is om de Duitse beslissing te heroverwegen.
Daarnaast wordt opgemerkt dat Realchemie, door geen gebruik te maken van de rechtsmiddelen die in Duitsland beschikbaar waren, niet kan aanvoeren dat de Duitse beslissing niet als Europese executoriale titel kan worden erkend. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen sprake is van een kennelijke feitelijke of juridische misslag in de beslissing van het OLG Stuttgart, en dat Realchemie niet heeft aangetoond dat de executie haar onevenredig zou schaden. De vorderingen van Realchemie worden dan ook afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van Bayer.
Deze uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de EET-Verordening en de beperkingen die deze oplegt aan de rechterlijke toetsing van buitenlandse executoriale titels. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de grenzen van de erkenning en tenuitvoerlegging van Europese titels in Nederland verduidelijkt.