ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1055

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
13 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 07-3771
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Handhaving tegen illegaal gebruik van voetbalveld bij sportcomplex De Laan

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 13 december 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen verzoekers, bewoners nabij het sportcomplex De Laan, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint Anthonis. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen een gedoogbesluit van 18 september 2007, waarin werd toegestaan om het vierde veld van het sportcomplex voor voetbaldoeleinden te gebruiken tot de uitspraak in beroep. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het gebruik van het vierde veld illegaal is, aangezien er eerder een schorsing was uitgesproken die het gebruik verbood. De voorzieningenrechter heeft het college gelast om handhavend op te treden tegen het illegale gebruik van het veld en een dwangsom van € 5.000,- per dag opgelegd voor elke dag dat het college in gebreke blijft. Tevens is het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoekers, vastgesteld op € 664,-, en het griffierecht van € 143,-. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor het college om zijn handhavingplicht serieus te nemen, vooral in het licht van eerdere uitspraken die het gebruik van het veld al hadden geschorst. De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat het college niet de weg van artikel 8:87 van de Awb heeft gevolgd om de schorsing op te heffen, waardoor de illegale situatie voortduurt. De uitspraak is definitief en er staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK ’s-HERTOGENBOSCH
Sector bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 07/3771
Uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 december 2007
inzake
dhr. en mw. [verzoekers] te [woonplaats],
verzoekers,
gemachtigde mr. C.J. Driessen,
tegen
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint Anthonis,
verweerder,
gemachtigden mr. R.H.E. Partouns en A. van der Burgt.
Aan het geding heeft als partij deelgenomen Voetbalvereniging DSV (hierna: DSV) te Sint Anthonis, gemachtigde J.J.W. van Raaij.
Procesverloop
Bij besluit van 18 september 2007 heeft verweerder een gedoogbesluit genomen, inhoudende dat - tot de uitspraak in beroep in deze kwestie - wordt toegestaan om het vierde veld behorende bij sportcomplex De Laan te gebruiken voor voetbaldoeleinden.
Tegen dit besluit hebben verzoekers bij brief van 23 oktober 2007 bij verweerder een bezwaarschrift ingediend.
Bij brief van 12 november 2007 hebben verzoekers tevens aan de voorzieningenrechter van deze rechtbank verzocht een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) te treffen.
Het verzoek is behandeld ter zitting van 29 november 2007 waar verzoekster mw. [verzoekster] is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder alsmede DSV hebben zich door hun gemachtigden laten vertegenwoordigen.
Overwegingen
Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Awb kan, indien tegen een besluit bezwaar is gemaakt, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
Voor zover toetsing aan het in artikel 8:81 van de Awb neergelegde criterium meebrengt dat een beoordeling van het geschil in de bodemprocedure wordt gegeven, heeft het oordeel van de voorzieningenrechter een voorlopig karakter en is dat niet bindend voor het geschil in de bodemprocedure.
Aan het bestreden besluit ging - kort weergegeven - het volgende vooraf.
Bij besluit van 11 juli 2006 heeft verweerder met toepassing van artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) aan DSV vrijstelling verleend van de voorschriften van het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2000’ voor het uitbreiden van sportcomplex ‘De Laan’, op het perceel kadastraal bekend gemeente Oploo sectie K, nr. 118, plaatselijk bekend Ledeackersestraat 25 te Ledeacker, een en ander overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte ruimtelijke onderbouwing. Tevens heeft verweerder bouwvergunning verleend voor het oprichten van twee dug-outs, twee doelen, twee ballenvangers en zes lichtmasten op het perceel Ledeackersestraat 25 te Ledeacker.
Met de uitbreiding is een oppervlakte gemoeid van 1,8 ha. Globaal de helft hiervan is bestemd voor gebruik als (vierde) voetbalveld, inclusief uitloopruimte, ruimte voor toeschouwers e.d. De andere helft is bestemd voor de aanleg van groenvoorzieningen. Verzoekers zijn woonachtig aan de zijde naast dit nieuwe zogeheten ‘vierde veld’.
Bij uitspraak van 19 april 2007 (AWB 06/4918) heeft deze rechtbank de ongegrondverklaring van verzoekers tegen dit besluit gerichte bezwaarschrift vernietigd en met toepassing van artikel 8:72, vijfde lid, van de Awb het besluit van 11 juli 2006 geschorst, voor zover dit ziet op een vrijstelling van de voorschriften van het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2000’ ten behoeve van het gebruik van het vierde veld. De rechtbank was van oordeel dat verweerder onvoldoende onderzoek had gedaan naar de geluidsoverlast aan de woning van verzoekers, hetgeen te meer klemde daar aan de vrijstelling geen nadere voorschriften aangaande het gebruik van het vierde veld waren verbonden, terwijl aannemelijk was dat die geluidsoverlast groter zou zijn dan verwacht, nu het vierde veld, anders dan aanvankelijk aangenomen, niet alleen als trainingsveld dienst zou gaan doen.
In reactie hierop heeft verweerder bij besluit van 1 mei 2007 besloten het gebruik van het vierde veld van sportcomplex ‘De Laan’ tot en met 3 juni 2007 te gedogen.
Nadat verweerder bij besluit van 3 juli 2007 de bezwaren van verzoekers wederom ongegrond had verklaard, en verzoekers daartegen op 12 juli 2007 beroep hadden ingesteld, heeft de voorzieningenrechter bij uitspraak van 6 september 2007 (ABW 07/2327) opnieuw verweerders besluit van 11 juli 2006 geschorst, voor zover dit ziet op een vrijstelling van de voorschriften van het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2000’ ten behoeve van het gebruik van het vierde veld. De voorzieningenrechter was van oordeel dat het nieuwe besluit waar het de geluidsoverlast aan de woning van verzoekers betreft, nog steeds onvoldoende was gemotiveerd, met name in verband met de omstandigheid dat de uitgangspunten in het zijdens verweerder overgelegde rapport onjuist bleken te zijn, terwijl voorts de contouren van het vierde veld in het aanvullende rapport niet correct waren weergegeven. Ten slotte bleek dat op basis van de nieuwe contouren in het geheel geen berekeningen waren gemaakt met betrekking tot de eventuele geluidsoverlast in de avonduren.
In deze uitspraak heeft de voorzieningenrechter uitdrukkelijk overwogen dat de uitgesproken schorsing concreet betekent dat tot de uitspraak in het beroep, het vierde veld niet voor voetbaldoeleinden mag worden gebruikt.
In weerwil van deze uitspraak heeft verweerder op 18 september 2007 een gedoogbesluit genomen om het vierde veld behorende bij sportcomplex De Laan te gebruiken (lees: te laten gebruiken) voor voetbaldoeleinden tot aan de uitspraak in het beroep in deze kwestie.
De voorzieningenrechter stelt vast dat het - kennelijk voortgaande - gebruik van het vierde veld ingevolge de door de voorzieningenrechter op 6 september 2007 uitgesproken schorsing als illegaal moet worden gekarakteriseerd. Het door verweerder genomen gedoogbesluit van 18 september 2007 vermag daaraan niet toe of af te doen. Er valt immers geen wettelijke en evenmin een jurisprudentiële regel aan te wijzen op grond waarvan een door de (voorzieningen)rechter uitgesproken schorsing door middel van een door een bestuursorgaan genomen gedoogbesluit kan worden opgeheven danwel opzij gezet. De conclusie kan dan ook geen andere zijn dan dat de illegale situatie voortduurt, het gedoogbesluit juridisch noch feitelijk enig effect sorteert en dientengevolge op verweerder een beginselplicht tot handhaven is blijven rusten.
Voorts stelt de voorzieningenrechter vast dat, indien en voor zover, verweerder hierin verandering wil brengen hem slechts het middel als geformuleerd in artikel 8:87 van de Awb ten dienste staat, derhalve dat hij om opheffing of wijziging van de uitgesproken voorlopige voorziening kan verzoeken. Voorwaarde daartoe is echter dat er ten opzichte van de uitspraak waarin de voorlopige voorziening is toegewezen sprake is van zogeheten nova, derhalve van feiten of omstandigheden die niet eerder bij de voorzieningenrechter bekend waren, ofwel van nadien gewijzigde feiten of omstandigheden.
De voorzieningenrechter constateert dat verweerder er om hem moverende reden voor heeft gekozen niet de weg van artikel 8:87 van de Awb te volgen, zodat niet beoordeeld kan worden of het door hem ter zitting genoemde, maar overigens niet in het kader van deze procedure overgelegde, geluidsrapport afkomstig van de Milieudienst SRE, als novum in evenbedoelde zin kan worden aangemerkt.
Gelet op de door de voorzieningenrechter per 6 september 2007 uitgesproken schorsing, de daardoor ontstane illegale situatie, het verzoek van verzoekers daartegen handhavend op te treden en vervolgens het genomen gedoogbesluit, is geen andere conclusie mogelijk dan dat verweerder niet van zins is aan zijn beginselplicht tot handhaven te voldoen. Het in dit verband door verweerder opgevoerde argument dat handhavend optreden onevenredig is in verhouding tot het belang van DSV bij voortgezet gebruik van het vierde veld, kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter in deze procedure geen rol spelen. Het belang van DSV is immers een omstandigheid die reeds bij de voorzieningenrechter in de procedure met zaaknummer AWB 07/2372 bekend was. Hetgeen verweerder overigens heeft aangevoerd leidt niet tot een ander oordeel.
Gelet hierop, alsmede gezien de omstandigheid dat het schorsen van een gedoogbesluit geen enkel feitelijk effect heeft, zal de voorzieningenrechter op grond van het bepaalde in artikel 8:72, vijfde lid, van de Awb juncto artikel 8:84, vierde lid, van de Awb verweerder gelasten met onmiddellijke ingang handhavend op te treden ten aanzien van het gebruik van het meergenoemde vierde veld van het sportcomplex De Laan voor voetbaldoeleinden (wedstrijden en trainingen van welke aard en in welke omvang dan ook). Gezien bovenweergegeven voorgeschiedenis ziet de voorzieningenrechter tevens aanleiding op grond van het bepaalde in artikel 8:72, zevende lid, van de Awb juncto artikel 8:84, vierde lid, van de Awb te bepalen dat verweerder aan verzoekers een dwangsom ten bedrage van € 5.000,- verbeurt voor elke dag dat verweerder met betrekking tot evenomschreven handhaving in gebreke blijft, dat wil zeggen niet tot handhaving overgaat.
De voorzieningenrechter acht termen aanwezig verweerder te veroordelen in de door verzoekers gemaakte proceskosten. Deze kosten zijn met inachtneming van het Besluit proceskosten bestuursrecht en de daarbij behorende bijlage begroot op in totaal € 644,00 voor kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand:
• 1 punt voor het indienen van een (aanvullend) verzoekschrift;
• 1 punt voor het verschijnen ter zitting;
• waarde per punt € 322,00
• wegingsfactor 1.
Tevens zal de voorzieningenrechter bepalen dat de gemeente Sint Anthonis aan verzoekers het door hen gestorte griffierecht ten bedrage van € 143,- dient te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter,
- gelast verweerder met onmiddellijke ingang handhavend op te treden ten aanzien van het illegale gebruik van het vierde veld van het sportcomplex De Laan voor voetbaldoeleinden (wedstrijden en trainingen van welke aard en in welke omvang dan ook) totdat door de rechtbank op verzoekers beroep van 12 juli 2007 zal zijn beslist;
- bepaalt dat verweerder aan verzoekers een dwangsom ten bedrage van € 5.000,- verbeurt voor elke dag dat verweerder met betrekking tot evengenoemd handhavend optreden in gebreke blijft;
- gelast de gemeente Sint Anthonis aan verzoekers te vergoeden het door hen gestorte griffierecht van € 143,-;
- veroordeelt verweerder in de door verzoekers gemaakte proceskosten vastgesteld op € 664,-;
- wijst de gemeente Sint Anthonis aan als de rechtspersoon die de proceskosten dient te vergoeden.
Aldus gedaan door mr. L.C. Michon als voorzieningenrechter in tegenwoordigheid van mr. drs. J.J.M. Goosen als griffier en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2007.
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.
Afschriften verzonden: