ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1069
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.A.F. van Damen
- J.A. van Biesbergen
- A.M.R. van Ginneken
- Rechtspraak.nl
Toepassing van volwassen straffen voor poging tot afpersing en afpersing in vereniging door minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 19 december 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 1990, die werd beschuldigd van poging tot afpersing en afpersing in vereniging. De tenlastelegging omvatte twee incidenten waarbij de verdachte samen met anderen geweld en bedreiging met geweld heeft gebruikt om geld en goederen af te dwingen van verschillende slachtoffers. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn minderjarigheid, volwassen straffen moest ondergaan, gezien de ernst van de feiten. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en reclasseringstoezicht. De rechtbank overwoog dat de gepleegde feiten een ernstige inbreuk maakten op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers en dat de verdachte een brutale en gewelddadige aanpak had gehanteerd. De rechtbank achtte de verklaringen van getuigen geloofwaardig en steunde deze op andere bewijsmiddelen, waaronder beeldmateriaal en tapgesprekken. De rechtbank besloot dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk werd verklaard, omdat deze niet van zo eenvoudige aard was dat zij zich leende voor behandeling in het strafgeding. De beslissing van de rechtbank weerspiegelt de noodzaak van normhandhaving en de ernst van de gepleegde feiten.