ECLI:NL:RBSHE:2007:BR3378

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
7 maart 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/835242-05 en 01/820048-07 (ttz. gev.)
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • J.A. van Biesbergen
  • G.J. Holtkamp
  • A.M. Baumgarten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van medeplegen van moord en bewezenverklaring van lijkverbergen en diefstallen

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 7 maart 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van medeplegen van moord en doodslag, alsook van het verbergen en/of wegvoeren van een lijk en diefstallen. De rechtbank heeft de tenlasteleggingen op vordering van de officier van justitie gewijzigd tijdens de zitting van 21 februari 2007. De verdachte is vrijgesproken van de beschuldigingen van moord en doodslag, omdat de rechtbank oordeelde dat het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen was. Echter, de rechtbank heeft wel bewezen verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verbergen van een lijk en aan diefstallen, gepleegd in de periode van 12 tot en met 19 december 2005 in Helmond en Beek en Donk.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, opzettelijk en met voorbedachten rade het leven van het slachtoffer heeft beroofd, maar heeft niet kunnen vaststellen dat de verdachte zelf de fatale steek heeft gegeven. De rechtbank heeft de verdachte wel schuldig bevonden aan het helpen verbergen van het lijk en het plegen van diefstallen, waarbij hij gebruik maakte van valse sleutels om toegang te krijgen tot de woning van het slachtoffer. De rechtbank heeft de ernst van de feiten in overweging genomen bij het opleggen van de straf.

De opgelegde straf bedraagt 18 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de aard van de gepleegde feiten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, en de beslissing is genomen na zorgvuldige afweging van de bewijsvoering en de omstandigheden van de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK ’S-HERTOGENBOSCH
Parketnummer: 01/835242-05 en 01/820048-07 (ttz. gev.)
Uitspraakdatum: 7 maart 2007
VERKORT VONNIS
Verkort vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965,
wonende te [woonplaats], [adres].
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van
21 februari 2007.
Op deze zitting heeft de rechtbank de tegen verdachte, onder de hiervoor genoemde parketnummers, aanhangig gemaakte zaken gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlasteleggingen.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaardingen van 9 maart 2006 en 6 februari 2007.
De tenlasteleggingen zijn op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van 21 februari 2007 gewijzigd. Van deze vorderingen zijn kopieën aan dit vonnis gehecht.
Met inachtneming van deze wijzigingen is aan verdachte tenlastegelegd:
onder parketnummer 01/835242-05 dat:
1.
hij op enig tijdstip in of omstreeks de periode van 12 december 2005 tot en
met 19 december 2005 te Helmond en/of te Beek en Donk, in elk geval in
Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft
beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn
mededader(s) met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, voornoemde
[slachtoffer] meermalen, althans eenmaal met een mes, althans een scherp voorwerp
in de hals en/of de nek en/of het lichaam gestoken, tengevolge waarvan
voornoemde [slachtoffer] is overleden;
(artikel 289/287 van het Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op enig tijdstip in of omstreeks de periode van 12 december 2005
tot en met 19 december 2005 te Helmond en/of te Beek en Donk, in elk geval in
Nederland, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven
heeft beroofd, immers heeft voornoemde [medeverdachte] met dat opzet en na kalm
beraad en rustig overleg voornoemde [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal met
een mes, althans een scherp voorwerp in de hals en/of de nek en/of het lichaam
gestoken, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden,
bij het plegen van welk misdrijf verdachte op enig tijdstip in of omstreeks de
periode van 12 december 2005 tot en met 19 december 2005 te Helmond en/of te
Beek en Donk, in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest door
- met een door hem, verdachte bestuurde auto met voornoemde [medeverdachte] naar de
woning van voornoemde [slachtoffer] te rijden en/of
- met voornoemde [medeverdachte] en/of [slachtoffer] in de richting van Helmond te
rijden en/of
- voornoemde [slachtoffer], nadat voornoemde [medeverdachte] hem (de eerste keer) had
gestoken met een scherp voorwerp, te slaan en/of
- zijn, verdachtes, auto (na de eerste steek) beschikbaar te (blijven) stellen
aan [medeverdachte] en/of
- weg te rijden nadat [medeverdachte] de eerste keer, maar voordat [medeverdachte] de
tweede keer [slachtoffer] heeft gestoken en/of
- voornoemde [slachtoffer] en [medeverdachte] in een door hem, verdachte bestuurde auto
te (blijven) vervoeren;
(artikel 289/287 juncto 48 van het Wetboek van Strafrecht)
onder parketnummer 01/820048-07 dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 12 december 2005 tot en met 19 december
2005 te Helmond, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een
ander, althans alleen, met het oogmerk om het feit en/of de oorzaak van het overlijden te verhelen, het lijk van [slachtoffer] heeft/hebben verborgen en/of weggevoerd;
(artikel 151 van het Wetboek van Strafrecht)
2.
hij in of omstreeks de periode van 12 tot en met 19 december 2005 te Beek en
Donk, gemeente Laarbeek, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een
woning gelegen aan [adres slachtoffer] heeft weggenomen een hoeveelheid fotocameras
en/of videocameras, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en /
of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het
weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door
middel van een valse sleutel, te weten een gestolen sleutel;
(artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 12 tot en met 22 december 2005 te
Eindhoven, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, videocameras en/of fotocameras heeft verworven,
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn
mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die
videocameras en/of die fotocameras wist(en) dat het (een) door misdrijf
verkregen goed(eren) betrof;
(artikel 416 van het Wetboek van Strafrecht)
3.
hij in of omstreeks de periode van 12 tot en met 19 december 2005 te Helmond
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een bos sleutels,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
(artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht)
4.
hij in of omstreeks de periode van 12 tot en met 19 december 2005 te Beek en
Donk, gemeente Laarbeek, en/of te Eindhoven, in elk geval in Nederland tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid sieraden en/of
een gsm, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s);
(artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 12 tot en met 19 december 2005 te Beek en
Donk, gemeente Laarbeek en/of te Eindhoven, in elk geval in Nederland, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een hoeveelheid
sieraden en/of een gsm heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven
of het voorhanden krijgen van die sieraden en/of die gsm wist(en) dat het
(een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
(artikel 416 van het Wetboek van Strafrecht)
De geldigheid van de dagvaarding.
De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen.
De bevoegdheid van de rechtbank.
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Schorsing der vervolging.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
De bewijsbeslissing.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder parketnummer 01/835242-05 onder primair en subsidiair en onder parketnummer 01/820048-07 onder feit 3 is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Overweging met betrekking tot de bewezenverklaring.
De rechtbank is van oordeel dat nu een overledene géén bezittingen meer kan hebben, de onder feit 2 primair en feit 4 primair, weggenomen goederen aan een ander of anderen dan verdachte en zijn mededader toebehoorden.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat
onder parketnummer 01/820048-07:
1.
hij in of omstreeks de periode van 12 december 2005 tot en met 19 december
2005 te Helmond, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een
ander, althans alleen, met het oogmerk om het feit en/of de oorzaak van het overlijden te verhelen, het lijk van [slachtoffer] heeft/hebben verborgen en/of weggevoerd;
(artikel 151 van het Wetboek van Strafrecht)
2.
hij in of omstreeks de periode van 12 tot en met 19 december 2005 te Beek en
Donk, gemeente Laarbeek, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een
woning gelegen aan [adres slachtoffer] heeft weggenomen een hoeveelheid fotocameras
en/of videocameras, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en /
of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het
weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door
middel van een valse sleutel, te weten een gestolen sleutel;
(artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht)
4.
hij in of omstreeks de periode van 12 tot en met 19 december 2005 te Beek en
Donk, gemeente Laarbeek, en/of te Eindhoven, in elk geval in Nederland tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid sieraden en/of
een gsm, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s);
(artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht)
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De kwalificatie.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Voortgezette handeling feit 2 primair en feit 4 primair (01/820048-07).
De rechtbank is van oordeel dat feit 2 primair en feit 4 primair onder parketnummer 01/820048-07 moeten worden aangemerkt als één voortgezette handeling in de zin van artikel 56 van het Wetboek van Strafrecht, daar voornoemde feiten voortkomen uit één ongeoorloofd wilsbesluit en er sprake is van gelijksoortigheid van feiten.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 14a, 14b, 14c, 27, 47, 56, 57, 151, 310, 311
DE OVERWEGINGEN DIE TOT DE BESLISSING HEBBEN GELEID
De eis van de officier van justitie.
- Vrijspraak voor hetgeen onder parketnummer 01/83524205 primair en subsidiair is ten laste gelegd;
- Bewezenverklaring van hetgeen onder parketnummer 01/820048-07 feit 1, feit 2 primair, feit 3 en feit 4 primair is ten laste gelegd;
- Een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaar, met aftrek conform het gestelde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
De op te leggen straf(fen) en/of maatregel(en).
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op:
a. de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan,
b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheden ten bezware van verdachte:
- verdachte heeft bij het plegen van de feiten onder parketnummer 01/820048-7 feit 2 primair en feit 4 primair gehandeld uit puur winstbejag en heeft zich niets aangetrokken van de belangen van de benadeelde(n);
- de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden.
Met betrekking tot een deel van de op te leggen gevangenisstraf zal de rechtbank bepalen dat dat deel van die straf niet zal worden tenuitvoergelegd mits verdachte zich gedurende een hierna vast te stellen proeftijd aan de voorwaarde houdt dat hij zich niet aan een strafbaar feit zal schuldig maken. De rechtbank wil met een en ander enerzijds de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten tot uitdrukking brengen en anderzijds door invloed uit te oefenen op het gedrag van de verdachte het door verdachte opnieuw plegen van een strafbaar feit tegengaan.
DE UITSPRAAK
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. 01/820048-07 feit 1:
medeplegen van een lijk verbergen en/of wegvoeren, met het oogmerk om het
feit of de oorzaak van het overlijden te verhelen
T.a.v. 01/820048-07 feit 2 primair:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse
sleutels (in voortgezette handeling gepleegd met feit 4 primair)
T.a.v. 01/820048-07 feit 4 primair:
diefstal door twee of meer verenigde personen
(in voortgezette handeling gepleegd met feit 2 primair)
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
BESLISSING:
T.a.v. 01/835242-05 primair, subsidiair, 01/820048-07 feit 3:
Vrijspraak, achtende de rechtbank het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen.
T.a.v. 01/820048-07 feit 1, feit 2 primair, feit 4 primair:
Gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27
Wetboek van Strafrecht waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2
jaren
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.A. van Biesbergen, voorzitter,
mr. G.J. Holtkamp en mr. A.M. Baumgarten, leden,
in tegenwoordigheid van mr. P. van Etteger, griffier
en is uitgesproken op 7 maart 2007.
Mr. Baumgarten is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.