ECLI:NL:RBSHE:2008:BC3985
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.T. van Vliet
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidievaststelling jonge agrariërs op basis van investeringsverplichtingen
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 1 februari 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, vertegenwoordigd door mr. J.C. Gillesse, en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, vertegenwoordigd door mr. P.M. Bakker Schut. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag tot subsidievaststelling op grond van de Subsidieregeling jonge agrariërs. De eiser had op 6 mei 2005 een aanvraag voor subsidieverlening ingediend, waarop op 14 juli 2005 een subsidie van € 19.800,- werd verleend voor verschillende investeringscategorieën. Echter, de minister heeft de aanvraag tot subsidievaststelling op 29 september 2006 afgewezen, omdat de eiser niet tijdig investeringen had verricht voor de sluitingsdatum van 1 juli 2006. De rechtbank heeft de vraag behandeld of de minister terecht heeft besloten tot nihilstelling van de subsidie.
De rechtbank oordeelt dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij voor de sluitingsdatum een begin van uitvoering heeft gemaakt met de investeringen. De rechtbank volgt de minister in diens standpunt dat het enkele aangaan van verplichtingen niet voldoende is om in aanmerking te komen voor subsidie. De rechtbank wijst erop dat de Regeling vereist dat er daadwerkelijk een begin van uitvoering moet zijn gemaakt met de bouwwerkzaamheden. De rechtbank concludeert dat de eiser niet heeft voldaan aan de voorwaarden van de Regeling en dat de minister terecht heeft besloten geen subsidie te verstrekken.
De rechtbank verklaart het beroep van de eiser ongegrond en bevestigt de beslissing van de minister. De rechtbank ziet geen aanleiding om een van de partijen in de proceskosten te veroordelen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.