ECLI:NL:RBSHE:2008:BD8816
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor openlijke geweldpleging tijdens onlusten in Den Bosch
In de zaak tegen de verdachte, geboren in 1986 en wonende te [woonplaats], werd op 29 juli 2008 door de Rechtbank 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan. De verdachte was aangeklaagd voor openlijke geweldpleging op 25 augustus 2007, waarbij hij samen met anderen geweld zou hebben gepleegd tegen goederen, waaronder een personenauto en winkelruiten van 'Marskramer' en 'Albert Heijn'. De tenlastelegging was gebaseerd op artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht.
Tijdens de zitting op 15 juli 2008 werd vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De officier van justitie had een vordering ingediend, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak. De rechtbank onderzocht de bewijsstukken, waaronder het proces-verbaal van aanhouding en andere processen-verbaal van bevindingen.
De rechtbank concludeerde dat de verdachte waarschijnlijk al was aangehouden voordat de openlijke geweldpleging had plaatsgevonden. Dit leidde tot de beslissing om de verdachte vrij te spreken van de tenlastegelegde feiten. Daarnaast werd er een beslissing genomen over de teruggave van inbeslaggenomen goederen, in dit geval een biljartkeu, aan de rechthebbende. Het vonnis werd uitgesproken door de voorzitter en twee leden van de rechtbank, met de griffier aanwezig.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen en is een belangrijke uitspraak in het kader van de beoordeling van openlijke geweldpleging en de geldigheid van de aanhouding van de verdachte.