ECLI:NL:RBSHE:2008:BE9886

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
2 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
180352 - KG ZA 08-575
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.F.M. Strijbos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op Algemene Ledenvergadering van de Bond van Nederlandse en Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers

In deze zaak heeft de Bond van Nederlandse en Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers (BNMO) haar afdelingsvoorzitters in kort geding gedagvaard. De bond vorderde dat de door hen voorgenomen Algemene Ledenvergadering op 5 september 2008 zou worden verboden. De voorzieningenrechter heeft de vordering toegewezen, omdat het verzoek tot het bijeenroepen van de vergadering niet conform de statuten van de bond was gedaan. De voorzieningenrechter oordeelde dat het in het belang van de bond en haar leden was om verdere onrust te voorkomen door chaotische ontwikkelingen te vermijden, waarvan de juridische en feitelijke impact niet kon worden voorzien.

De bond, die een belangenvereniging is voor uitgezonden (oud-)militairen en dienstslachtoffers, stelde dat de geplande vergadering in strijd was met de statuten. De voorzieningenrechter overwoog dat de bijeenroeping van de vergadering niet correct was verlopen, aangezien de statuten vereisen dat een verzoek tot het bijeenroepen van een algemene vergadering door ten minste drie afdelingsbesturen moet worden gedaan. De brief van de heer Hoving, die slechts door hemzelf was ondertekend, voldeed niet aan deze eis.

De voorzieningenrechter verwierp het verweer van de gedaagden, die stelden dat de huidige bestuursleden niet bevoegd waren om de bond in rechte te vertegenwoordigen. De voorzieningenrechter oordeelde dat, zelfs als er sprake zou zijn van onbevoegdheid, de betrokken bestuursleden hun bevoegdheid behouden zolang er geen reguliere vervanging is. De primaire vordering van de bond werd toegewezen, en de gedaagden werden veroordeeld om de vergadering af te gelasten en de leden hierover te informeren. De kosten van het geding werden op een symbolisch bedrag gesteld, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 180352 / KG ZA 08-575
Vonnis in kort geding van 2 september 2008
in de zaak van
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
BOND VAN NEDERLANDSE MILITAIRE OORLOGS- EN DIENSTSLACHTOFFERS,
gevestigd te Doorn,
eiseres,
advocaat mr. B. Bendel,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
en 25 andere natuurlijke personen zoals weergegeven in de exploten van dagvaarding,
gedaagden,
advocaat mr. R.A.F. Willems.
Partijen zullen hierna de bond en [gedaagden] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. De bond heeft bij [gedaagden] in kort geding gedagvaard.
1.2. De advocaat van de bond heeft tijdens de mondelinge behandeling op 2 september 2008 de vordering nader toegelicht, mede aan de hand van door hem overgelegde pleitnotities en producties.
1.3. De advocaat van [gedaagden] heeft tijdens de mondelinge behandeling verweer gevoerd, mede aan de hand van de door hem overgelegde pleitnotities en producties.
1.4. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. De bond is een belangenvereniging voor uitgezonden (oud-) militairen, dienstslachtoffers en hun relaties. De bond bestaat sinds 25 augustus 1945 en telt circa 6100 leden.
2.2. Het bestuur en de organisatie van de bond worden beheerst door de statuten van de vereniging en het huishoudelijk reglement.
2.3. Op de Algemene Vergadering van 14 juni 2008 heeft het hoofdbestuur van de bond het plan met de titel “Missie Volbracht”gepresenteerd, welk plan moet leiden tot opheffing van de bond.
2.4. [gedaagden] zijn afdelingsvoorzitters van de bond. Op 27 juni 2008 heeft een vergadering van de Bondsraad plaatsgevonden. In de Bondsraad zijn alle afdelingsvoorzitters verenigd. De Bondsraad heeft in die vergadering verklaard tegen opheffing van de bond te zijn en heeft tevens tijdens die vergadering het vertrouwen in het hoofdbestuur van de bond opgezegd.
2.5. [gedaagden] heeft op grond van het voorgaande namens alle 14 afdelingen van de bond het initiatief genomen om door middel van een Algemene Vergadering op 5 september 2008 een einde te maken aan voornoemde situatie.
3. Het geschil
3.1. De bond vordert – samengevat – uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
a. De voorgenomen algemene ledenvergadering van de bond op 5 september a.s. te verbieden;
b. [gedaagden] te gebieden de algemene ledenvergadering op 5 september 2008 af te gelasten;
c. [gedaagden] te bevelen alle stemgerechtigden leden op uiterlijk 4 september 2008 schriftelijk te hebben geïnformeerd van de afgelasting en aan te geven dat op 12 september 2008 een Algemene Vergadering van de bond zal plaatsvinden;
d. Te bepalen dat indien niet aan het onder a tot en met c geformuleerde wordt voldaan [gedaagden] ieder een direct opeisbare boete van € 1.000,-- verbeuren,
Subsidiair:
Te bepalen dat, indien op 5 september 2008 een Algemene Vergadering van de bond plaatsvindt, tijdens deze vergadering geen rechtsgeldige besluiten kunnen worden genomen.
3.2. De bond legt daaraan ten grondslag dat de door [gedaagden] geplande vergadering op 5 september 2008 in strijd is met de statuten van de bond. Nu de onreglementaire vergadering zal plaatsvinden op 5 september 2008 heeft de bond een spoedeisend belang bij haar vordering, omdat zij er belang bij heeft dat haar statuten en de daarin opgenomen formaliteiten strikt worden nageleefd.
3.3. [gedaagden] voeren – samengevat – het volgende verweer:
3.3.1. De huidige bestuursleden zijn niet bevoegd om de bond in rechte te betrekken of te vertegenwoordigen;
3.3.2. De door [gedaagden] geplande vergadering van 5 september 2008 is geheel conform de statuten van de bond bijeengeroepen;
3.3.3. De redelijkheid en billijkheid van artikel 2:8 BW brengen met zich dat een belangenafweging in het voordeel van [gedaagden] moet uitvallen.
3.4. Op de overige stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het verweer onder 1, dat ziet op de onbevoegdheid van het bestuur, waardoor de bond niet ontvankelijk in haar vordering zou zijn, wordt verworpen. Wanneer er al sprake zou zijn van het overschrijden van aanstellingstermijnen en dergelijke, dan brengt het belang van de rechtspersoon mee dat in het geval er geen bevoegd bestuur overblijft, voor dringende gevallen de betrokken bestuursleden hun bevoegdheid behouden zolang er niet op reguliere wijze in hun vervanging is voorzien. Van niet ontvankelijkheid is in dit kort geding geen sprake.
4.2. Over het verweer dat inhoudt dat de bijeenroeping van de vergadering van 5 september wel degelijk conform de statuten is verlopen, overweegt de voorzieningenrechter het volgende.
Volgens artikel 18 lid 1 onder b kan een verzoek tot het bijeenroepen van een algemene vergadering slechts worden gedaan door tenminste drie afdelingsbesturen. De brief van 29 juli 2008, ondertekend door alleen de heer Hoving, voldoet niet aan die eis. Weliswaar stelt Hoving dat hij de brief schrijft namens de 14 afdelingsbesturen, maar hij voegt geen ondertekende machtigingen van die besturen bij de brief. Dat is voor een op het scherp van de snede te zetten handeling, zoals de onderhavige, wel vereist. Het is niet aan de voorzitter om zich vervolgens te vergewissen van het feit of er inderdaad tenminste drie afdelingsbesturen Hoving hebben gemachtigd het verzoek te doen. Het verzoek kan daarom pas als conform de statuten gedaan worden beschouwd na ontvangst van de aanvulling van 15 augustus 2008. Het verweer faalt.
4.3. Het derde verweer heeft betrekking op een afweging van belangen. Het belang van [gedaagden] hebben bij het doorgaan van de vergadering op 5 september 2008 is zodanig groot dat het belang van het (bestuur van) de bond daarvoor zou moeten wijken. De voorzieningenrechter volgt gedaagden hierin niet. Anders dan de opmerkingen ter terechtzitting wellicht zouden doen vermoeden gaat het niet om een kwestie van er op of er onder. Het is onvoldoende aannemelijk geworden dat er al zodanig definitieve stappen door het bestuur zijn gezet, dat het besluit tot opheffing als zelfstandige rechtspersoon alleen nog maar door de buitengewone vergadering van 5 september aanstaande is tegen te houden. Overigens is het in het belang van zowel de bond als vereniging en de organen, als van alle leden dat de onrust niet wordt versterkt door chaotische ontwikkelingen waarvan de juridische en feitelijke impact niet kan worden voorzien, zodat onduidelijkheid, verdergaande onrust en onbestuurbaarheid zoveel mogelijk wordt voorkomen. Met andere woorden: het verdient verre de voorkeur dat voor de oplossing van de bestaande geschillen en problemen de juridisch juiste weg wordt gevolgd.
4.4. De primaire vordering wordt toegewezen. De subsidiaire vordering, wat daar verder ook voor wat betreft de mogelijkheid in kort geding van zij, behoeft geen bespreking meer.
4.5. [gedaagden] zullen de kosten van het kort geding hebben te dragen. Door de bijzondere omstandigheden van het geval zullen die op een symbolisch bedrag worden gesteld.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
verbiedt [gedaagden] de op 5 september 2008 door hen uitgeschreven vergadering te laten doorgaan;
gebiedt [gedaagden] die vergadering af te gelasten en daarvan uiterlijk op 4 september 2008 aan alle stemgerechtigde leden mededeling te doen;
bepaalt dat [gedaagden] ieder een dwangsom verbeuren van € 1.000,00 indien zij niet aan de hierboven vermelde veroordelingen voldoen;
veroordeelt [gedaagden] in de kosten van het geding, aan de zijde van de bond gevallen en tot op heden begroot op het symbolische bedrag van € 26,00;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F.M. Strijbos en in het openbaar uitgesproken op 2 september 2008.