ECLI:NL:RBSHE:2008:BF6914
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.H.P.G. Wielders
- J.A. van Biesbergen
- P.J. Neijt
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verkrachting wegens gebrek aan objectief bewijs
In deze zaak, die op 6 oktober 2008 door de Rechtbank 's-Hertogenbosch werd behandeld, stond de verdachte terecht op beschuldiging van verkrachting. De tenlastelegging betrof meerdere seksuele handelingen die zouden zijn verricht tegen de wil van de aangeefster, een licht verstandelijk gehandicapte vrouw. De rechtbank heeft de zaak behandeld naar aanleiding van een aangifte van de aangeefster op 13 maart 2008, waarin zij de verdachte beschuldigde van seksueel misbruik in de periode van november 2007 tot en met februari 2008. De verdachte ontkende de beschuldigingen en stelde dat de seksuele handelingen op initiatief van de aangeefster plaatsvonden.
Tijdens de zitting op 22 september 2008 werd de zaak besproken, waarbij de officier van justitie de verklaringen van de aangeefster als geloofwaardig beschouwde en een gevangenisstraf van 21 maanden eiste. De verdediging pleitte voor vrijspraak, wijzend op het ontbreken van objectief bewijs en de mogelijkheid dat de aangeefster vrijwillig had ingestemd met de seksuele handelingen. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de beschuldigingen te staven. Er was geen rechtstreeks objectief bewijs dat de seksuele handelingen tegen de wil van de aangeefster hadden plaatsgevonden.
De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de verdachte en de aangeefster niet in overeenstemming waren en dat er geen overtuiging bestond dat de verdachte psychische druk op de aangeefster had uitgeoefend. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Tevens werd de benadeelde partij, de aangeefster, niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, aangezien de verdachte van het hem tenlastegelegde feit was vrijgesproken. De rechtbank veroordeelde de benadeelde partij in de kosten van de verdachte, die op nihil werden begroot.