ECLI:NL:RBSHE:2008:BG4199
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.H.P.G. Wielders
- C.B.M. Bruens
- I.M.E.A. van Eldonk
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van een minderjarige verdachte in een zedendelict-zaak met twijfel over de bewijsvoering
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 17 november 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, die werd beschuldigd van zedendelicten. De verdachte, geboren in 1994, werd ervan beschuldigd op of omstreeks 27 april 2008 in 's-Hertogenbosch ontuchtige handelingen te hebben gepleegd met een slachtoffer, dat op dat moment nog geen zestien jaar oud was. De tenlastelegging omvatte onder andere het in de mond van het slachtoffer brengen van zijn penis. De rechtbank heeft de zaak behandeld naar aanleiding van een dagvaarding van 3 oktober 2008.
Tijdens de zitting heeft de verdachte stellig ontkend de beschuldigingen te hebben gepleegd en verklaarde dat hij een bonnetje voor de ogen van het slachtoffer hield en een stukje chocolade in haar mond deed. Het slachtoffer had haar verhaal aan verschillende personen verteld, maar de rechtbank oordeelde dat er te veel twijfel bestond over de waarheidsgetrouwe aard van deze verklaringen. De rechtbank concludeerde dat, gezien het tijdsverloop en de inconsistenties in de verklaringen, het niet uitgesloten was dat het verhaal van het slachtoffer achteraf was geconstrueerd zonder bewuste beïnvloeding.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen gronden waren voor schorsing van de vervolging. Na het horen van de verklaringen van zowel de officier van justitie als de verdediging, kwam de rechtbank tot de conclusie dat het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De verdachte werd vrijgesproken van alle beschuldigingen, omdat de rechtbank onvoldoende bewijs aanwezig achtte om tot een veroordeling te komen. Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken.