ECLI:NL:RBSHE:2008:BJ4648

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
581735
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.G.M. van Meel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst na overgang van onderneming

In deze zaak heeft de kantonrechter te 's-Hertogenbosch op 11 december 2008 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst. Verzoekster, vertegenwoordigd door mr. H. Th. Schravenmade, heeft op 18 september 2008 een verzoekschrift ingediend om de arbeidsovereenkomst met Amoena Nederland B.V. te ontbinden. De verweerster, Amoena Nederland B.V., vertegenwoordigd door mr. S. Smink, heeft verweer gevoerd en gesteld dat verzoekster niet meer in dienst was bij Amoena Nederland vanwege een overgang van onderneming per 1 september 2008 naar Amoena Belgium B.V.B.A. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 oktober 2008 is de zaak aangehouden in verband met mediation, maar partijen hebben geen overeenstemming bereikt.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst van verzoekster met Amoena Nederland per 1 september 2008 van rechtswege is geëindigd door de overgang van onderneming. De kantonrechter oordeelt dat de weigering van verzoekster om de arbeidsovereenkomst met de verkrijger voort te zetten, niet kan leiden tot het in stand blijven van de arbeidsovereenkomst met Amoena Nederland. De kantonrechter heeft daarbij verwezen naar relevante jurisprudentie van het Hof van Justitie en geconcludeerd dat de Nederlandse wetgeving geen regeling kent die verzoekster in deze situatie zou kunnen helpen.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat dit verzoek na de overgang van onderneming was ingediend. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Deze uitspraak benadrukt het belang van de regels omtrent de overgang van onderneming en de gevolgen daarvan voor arbeidsovereenkomsten.

Uitspraak

RECHTBANK ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector Kanton, lokatie ‘s-Hertogenbosch
Zaaknummer : 581735
EJ verz. : 08-3836
Uitspraak : 11 december 2008
HK
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende te [adres],
verzoekster,
gemachtigde: mr. H. Th. Schravenmade, advocaat te Maarssenbroek
t e g e n :
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Amoena Nederland B.V.,
gevestigd te [adres],
verweerster,
gemachtigde: mr. S. Smink, advocaat te Assen.
Partijen worden hierna aangeduid als “[verzoekster]” en “Amoena Nederland”.
1. De procedure
Bij verzoekschrift de dato 18 september 2008, ingekomen ter griffie van de rechtbank, sector kanton, locatie 's-Hertogenbosch, op diezelfde datum, heeft [verzoekster] verzocht om de arbeidsovereenkomst met Amoena Nederland te ontbinden. Zijdens Amoena Nederland is een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 21 oktober 2008, bij welke gelegenheid partijen de zaak hebben doen bepleiten door hun gemachtigden voornoemd.
Ter zitting is de zaak - in verband met mediation - aangehouden. Nu partijen ter zake mediation geen overeenstemming hebben bereikt, verzoeken zij thans uitspraak van de kantonrechter. De beschikking is bepaald op heden.
2. Inleiding
2.1. Verzoekster verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige reden, bestaande in een zodanige verandering in de omstandigheden welke van dien aard zijn, dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen.
2.2. Verweerder verzoekt de kantonrechter om het verzoek niet-ontvankelijk te verklaren. [verzoekster] is, wegens overgang van onderneming per 1 september 2008 niet langer in dienst bij Amoena Nederland. De arbeidsovereenkomst tussen [verzoekster] en Amoena Nederland is per 1 september 2008 van rechtswege geëindigd.
3. De beoordeling
3.1. Vooreerst is aan de orde de vraag of er sprake is van overgang van onderneming.
Naar het oordeel van de kantonrechter moet die vraag bevestigend worden beantwoord. Immers Amoena Nederland heeft onweersproken gesteld dat al haar ondernemingsactiviteiten, het personeel, de inventaris, voorraad, klantenkring etcetera per
1 september 2008 zijn overgedragen aan Amoena Belgium B.V.B.A. In Amoena Nederland is geen enkele activiteit achtergebleven en sinds 1 september 2008 verricht Amoena Nederland in het geheel geen activiteiten meer.
Het voorgaande brengt met zich dat de arbeidsovereenkomst van Amoena Nederland (of anders gezegd haar werkgeverschap - behoudens haar hoofdelijke aansprakelijkheid op grond van de tweede zin van artikel 7:663 BW – ter zake van de arbeidsovereenkomst met [verzoekster]) per 1 september 2008 is geëindigd.
3.2. Voorzover zulks uit de stellingen [verzoekster] zou moeten worden afgeleid, kan het verzet/de weigerachtigheid van [verzoekster] om de arbeidsovereenkomst met de verkrijger van Amoena Nederland voort te zetten niet bewerkstelligen dat de arbeidsovereenkomst met Amoena Nederland in stand is gebleven (zie HvJ 5 mei 1988, NJ 1988/907, HvJ 16 december 1992, JAR 1993/64 en HvJ 7 maart 1996, JAR 1996/169). Volgens het Hof van Justitie verplicht de Richtlijn 77/187 daartoe niet, hetgeen volgens het Hof overigens onverlet laat dat de Lidstaten zelf een dergelijke regeling in het leven roepen. De Nederlandse wetgeving kent een dergelijke regeling evenwel niet.
Het vorenstaande heeft weer tot gevolg dat [verzoekster] in haar verzoek jegens Amoena Nederland, ingediend op 18 september 2008 en derhalve na de overgang van onderneming, niet-ontvankelijk moet worden verklaard, alsmede dat - hetgeen overigens ook niet door [verzoekster] is verzocht - ontbinding van een arbeidsovereenkomst door de kantonrechter niet met terugwerkende kracht kan geschieden.
3.3. Vorenstaande brengt met zich mee dat [verzoekster] niet ontvankelijk is in haar verzoek.
3.4. De kantonrechter acht termen aanwezig de proceskosten te compenseren als na te melden.
4. De beslissing
De kantonrechter:
verklaart [verzoekster] niet ontvankelijk in haar verzoek;
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken op 11 december 2008 door mr. J.G.M. van Meel, kantonrechter te 's-Hertogenbosch, in tegenwoordigheid van de griffier.
Zaaknummer: 581735 blad 2
beschikking