ECLI:NL:RBSHE:2009:BH7599

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
25 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/841909-08
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. drs. W.A.F. Damen
  • mr. R.M.L. Heemskerk-Pleging
  • mr. A.M.R. van Ginneken
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van bestuurder vrachtwagen na aanrijding met bromfietser in onoverzichtelijke bocht

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 25 maart 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die als bestuurder van een vrachtwagen betrokken was bij een aanrijding met een bromfietser. De aanrijding vond plaats op 1 augustus 2007 te Boekel, in een onoverzichtelijke bocht. De verdachte werd primair en subsidiair ten laste gelegd dat hij roekeloos en onvoorzichtig had gehandeld, wat leidde tot een verkeersongeval waarbij de bromfietser zwaar lichamelijk letsel opliep. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen gronden waren voor schorsing van de vervolging. De officier van justitie eiste vrijspraak, en de verdachte was het daarmee eens.

Tijdens de zitting werd duidelijk dat de verdachte bij het nemen van de bocht met de vrachtwagen ongeveer 2 meter over de as van de weg was gekomen en dat hij met een snelheid van ongeveer 18 km per uur reed. Het uitzicht van de verdachte was belemmerd door een met klimop begroeide boerenschuur en bomen in de linkerberm. Een reconstructie van het ongeval toonde aan dat het voor de verdachte onmogelijk was om rechtsaf te slaan zonder op de rijstrook van het tegemoetkomende verkeer te komen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte met de in het verkeer normale voorzichtigheid had gehandeld, vooral omdat hij niet bekend was met de situatie ter plaatse.

Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte zowel ten aanzien van het primair als het subsidiair tenlastegelegde diende te worden vrijgesproken. Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken en is op tegenspraak uitgesproken.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/841909-08
Datum uitspraak: 25 maart 2009
Vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960,
wonende te [woonplaats] [adres] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 11 maart 2009.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 5 februari 2009.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 01 augustus 2007 te Boekel als verkeersdeelnemer, namelijk
als bestuurder van een motorrijtuig, een vrachtwagen, daarmede rijdende over
de weg, Peelsehuis zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te
wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer,
althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,heeft gehandeld als
volgt:
verdachte is, rijdende over de Vosdeel en/of gekomen nabij en/of op een
splitsing en/of kruising van die weg en/of Peelsehuis en/of Bovenstehuis, die
kruising en/of splitsing opgereden en/of is (vervolgens) gezien zijn,
verdachtes, rijrichting rechtsaf geslagen, althans doende geweest rechtsaf te
slaan om die weg, Peelsehuis, in en/of op te rijden, en/of (vervolgens) op
die Peelsehuis, op de rijbaan bestemd voor het hem, verdachte, tegemoetkomend
verkeer gaan rijden en/althans heeft op die weg onvoldoende rechts gehouden,
op een moment dat een zich op die rijbaan in tegengestelde richting rijdende
bromfietser reeds dicht was genaderd, en/of die bromfietser geen vrije
doorgang heeft verleend en/of niet in staat heeft gesteld ongehinderd zijn weg
te vervolgen, tengevolge waarvan een aanrijding en/of botsing tussen die door
hem verdachte, bestuurde vrachtwagen en/of die bromfietser is ontstaan,
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer]) zwaar lichamelijk letsel, te weten
een beschadigde aangezichtszenuw en/of hersenletsel en/of longbeschadigingen,
of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte
of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
Artikel 6 Wegenverkeerswet 1994
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 01 augustus 2007 te Boekel als bestuurder van een voertuig
(vrachtwagen), daarmee rijdende op de weg, Vosdeel, en/of gekomen nabij en/of
op een splitsing en/of kruising van die weg en/of Peelsehuis en/of
Bovenstehuis, die kruising en/of splitsing is opgereden en/of (vervolgens)
gezien zijn, verdachtes, rijrichting rechtsaf is geslagen, althans doende is
geweest rechtaf te slaan om die weg, Peelsehuis, in en/of op te rijden, en/of
(vervolgens) op die Peelsehuis de rijbaan bestemd voor het hem, verdachte,
tegemoetkomend verkeer heeft bereden en/althans op die weg onvoldoende rechts
heeft gehouden, op een moment dat een zich op die rijbaan in tegengestelde
richting rijdende bromfietser reeds dicht was genaderd, en/of die bromfietser
geen vrije doorgang heeft verleend en/of niet in staat heeft gesteld
ongehinderd zijn weg te vervolgen, door welke gedraging(en) van verdachte
gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het
verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
Artikel 5 Wegenverkeerswet 1994
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De officier van justitie eist.
Vrijspraak ten aanzien van het primair en subsidiair tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdachte.
De verdachte is het met de officier van justitie eens dat hij ten aanzien van het primair en subsidiair tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken.
De bewijsbeslissing.
Aan verdachte wordt ten aanzien van het primair en subsidiair tenlastegelegde -kort gezegd-
verweten dat hij met zijn vrachtwagen, rijdende over de Vosdeel, rechtsaf is geslagen en vervolgens de Peelsehuis is opgereden en daarbij onvoldoende rechts heeft gehouden, waardoor een aanrijding is ontstaan tussen de vrachtwagen van verdachte en een bromfietser die in de tegengestelde richting reed.
De rechtbank acht, met de officier van justitie en verdachte, niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte primair en subsidiair is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken. Daarbij overweegt de rechtbank het volgende:
- uit de door de politie opgemaakt ongevalsanalyse is gebleken dat verdachte bij het nemen van de bocht met de trekker van de vrachtauto ongeveer 2 meter over de as van de weg is gekomen, dat de vrachtauto op het moment van het ongeval ongeveer 18 km per uur reed en dat het uitzicht van de bestuurder van de vrachtauto op de door de bocht naderende bromfiets werd belemmerd door een met klimop begroeide boerenschuur en de bomen en struiken in de linkerberm;
- op 3 juni 2008 heeft een reconstructie plaatsgevonden, waarbij dezelfde trekker met oplegger is gebruikt bij de aanrijding. Daarbij is gebleken dat het voor de bestuurder van de vrachtauto niet mogelijk is geweest om vanuit de Vosdeel rechtsaf in de richting van de Peelsehuis te draaien, zonder daarbij op de rijstrook van het tegemoetkomende verkeer te komen;
- bij de reconstructie is ook komen vast te staan dat bij het nemen van de bocht, zo scherp mogelijk doch zonder met de rechterwielen de rechterberm te raken, de afstand tussen het linkerachterwiel van de trekker en de linkerrijbaankant van de Peelsehuis ongeveer 1.60 meter bedroeg. De breedte van deze rijbaan is 3.10 meter;
- verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij niet bekend was ter plaatste, dat hij de bromfietser niet heeft zien aankomen en hem door de scherpe bocht ook niet heeft kunnen zien aankomen
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de feitelijke weggedragingen van verdachte dat hij met de in het verkeer normale voorzichtigheid heeft gehandeld. In aanmerking genomen dat verdachte niet bekend was met de situatie ter plaatse kan hem onder de geschetste omstandigheden geen enkel strafrechtelijk verwijt worden gemaakt. De rechtbank is daarom van oordeel dat verdachte zowel ten aanzien van het primair als het subsidiair tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken.
DE UITSPRAAK
Vrijspraak van het primair en subsidiair tenlastegelegde, achtende de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. drs. W.A.F. Damen, voorzitter,
mr. R.M.L. Heemskerk-Pleging en mr. A.M.R. van Ginneken, leden,
in tegenwoordigheid van L. Scholl, griffier,
en is uitgesproken op 25 maart 2009.
Mr. Van Ginneken is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.