ECLI:NL:RBSHE:2009:BI9301

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
24 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/839476-08
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • K. Visser
  • C.B.M. Bruens
  • W.J. Kolkert
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overval op McDonald's Best met geweld en bedreiging

Op 24 juni 2009 heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 8 november 2008 te Best een overval heeft gepleegd op een McDonald's. De verdachte, geboren in 1987 en thans gedetineerd, werd beschuldigd van diefstal met geweld, waarbij hij samen met een mededader een geldbedrag van ongeveer 670 euro heeft weggenomen. De overval werd gekarakteriseerd door de bedreiging van een werknemer met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, waarbij de verdachte en zijn mededader de woorden 'Geld, geld' hebben geroepen. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat er geen gronden waren voor schorsing van de vervolging. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en legde een gevangenisstraf op van 22 maanden, met aftrek van voorarrest, in plaats van de door de officier van justitie geëiste 24 maanden. Dit was een compensatie voor een vormverzuim, waarbij de verdachte niet voorafgaand aan zijn verhoor was gewezen op zijn recht op rechtsbijstand, in strijd met de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partijen, waaronder de werknemer en McDonald's, voor respectievelijk 750 euro en 671,10 euro, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank oordeelde dat de inbeslaggenomen patroonhouder onttrokken moest worden aan het verkeer, terwijl de cd-rom met beelden van de overval aan McDonald's werd teruggegeven. De uitspraak benadrukt de noodzaak van rechtsbijstand en de gevolgen van schendingen van het recht op een advocaat tijdens het verhoor.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/839476-08
Datum uitspraak: 24 juni 2009
Verkort vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987
wonende te [woonplaats] [adres],
thans gedetineerd te: PI Vught, Vosseveld 2 HvB Regulier.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 18 maart 2009 en 10 juni 2009.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 11 februari 2009.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 8 november 2008 te Best tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van (ongeveer) 670 euro, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan McDonalds, in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke
diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen [werknemer], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk
geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op die [werknemer] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of
(daarbij) heeft/hebben geroepen: "Geld, geld", althans woorden van gelijke
aard of strekking en/of (vervolgens) dat/een geldbedrag uit de kassalade
heeft/hebben gepakt;
(Artikel 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte
op 8 november 2008 te Best tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van ongeveer 670 euro toebehorende aan McDonalds, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen [werknemer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat zijn mededader een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [werknemer] heeft gericht en daarbij heeft geroepen: "Geld, geld" en vervolgens dat geldbedrag uit de kassalade
heeft gepakt.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De kwalificatie.
Het bewezenverklaarde levert op het in de uitspraak vermelde strafbare feit.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van het feit of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 24c, 27, 36b, 36c, 36f, 60a, 310, 312.
DE OVERWEGINGEN DIE TOT DE BESLISSING HEBBEN GELEID
De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft geëist:
- een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
- volledige toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen [werknemer] en [werkgever] vermeerderd met de wettelijke rente, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht, hoofdelijk;
- verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen patroonhouder en teruggave van de inbeslaggenomen cd-rom aan McDonalds.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
De op te leggen straf(fen) en/of maatregel(en).
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op:
a. de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan,
b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de op te leggen straf de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt. De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmaat voorts rekening gehouden met de huidige regeling omtrent de voorwaardelijke invrijheidstelling.
Ter terechtzitting heeft de raadsman aangevoerd dat hij niet in de gelegenheid is gesteld om zijn cliënt te adviseren over de gevolgen die het al dan niet uitoefenen van zijn zwijgrecht kan hebben en de gevolgen die aan het geven van bepaalde antwoorden zijn verbonden. De raadsman werd niet toegelaten tot verdachte hoewel de raadsman zich binnen enkele uren na de piketmelding op het bureau had gemeld, de verdachte tijdens het verhoor uitdrukkelijk heeft verzocht om overleg met zijn advocaat en er geen dwingende redenen waren om het recht van verdachte op rechtsbijstand te beperken. Door deze handelwijze zijn de belangen van verdachte – aldus de raadsman – op ernstige wijze geschonden. De raadsman verwijst in dit kader naar de uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens inzake Salduz (nr. 36391/02) en Panovits (nr. 4268/04). Nu deze schending niet meer ongedaan gemaakt kan worden dient daarmee, op de voet van het bepaalde in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering, in strafmatigende zin rekening te worden gehouden.
De rechtbank overweegt als volgt. Op 22 december 2008 omstreeks 10.45 uur is verdachte aangehouden en in verzekering gesteld. Omstreeks datzelfde moment is er een piketmelding uitgegaan naar de raadsman. De raadsman heeft zich omstreeks 14.00 uur zonder afspraak op het bureau gemeld. De raadsman is toen niet toegelaten tot verdachte omdat deze op dat moment werd verhoord. Het verhoor van verdachte is aangevangen omstreeks 13.30 uur. Op enig moment tijdens dit verhoor is door verdachte gezegd: “Ik wil verder eigenlijk niets verklaren. Ik wil eerst overleg met mijn advocaat”. De verbalisanten hebben hierop zonder onderbreking het verhoor voortgezet, waarna verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd. Deze gang van zaken is in strijd met de lijn van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens zoals neergelegd in de door de raadsman genoemde arresten. Uit deze arresten volgt dat verdachte voorafgaand aan het verhoor had moeten worden gewezen op het recht om een advocaat te raadplegen. Dit is niet gebeurd. Verdachte is weliswaar enkele dagen voorafgaand aan zijn inverzekeringstelling gebeld met het verzoek zich te komen melden op het bureau en daarbij is medegedeeld dat hij waarschijnlijk zou moeten blijven, maar uit het dossier valt niet op te maken dat verdachte op dat moment is gewezen op zijn consultatierecht. De omstandigheid dat verdachte verklaart dat zijn vader voor het verhoor telefonisch contact heeft gehad met een advocaat en dat deze hem heeft geadviseerd te zwijgen doet hieraan niet af omdat het een recht betreft dat aan verdachte persoonlijk toekomt.
Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat bij het voorbereidend onderzoek vormen zijn verzuimd die niet meer kunnen worden hersteld en waarvan de rechtsgevolgen niet uit de wet blijken. Gelet op het verdere verloop van de vervolging en deze strafzaak, waarin de verdachte ook ter zitting steeds is gebleven bij zijn bekentenis, afgelegd in het bewuste politieverhoor, acht de rechtbank de hiervoor bedoelde schending voldoende gecompenseerd door een matiging van de aan verdachte op te leggen straf.
Zonder voormeld vormverzuim had de rechtbank een gevangenisstraf van 24 maanden passend gevonden. Teneinde verdachte te compenseren voor het hiervoor vastgestelde vormverzuim, zal de rechtbank de op te leggen gevangenisstraf matigen en bepalen op 22 maanden. Door de op te leggen gevangenisstraf 2 maanden lager vast te stellen wordt het hiervoor genoemde vormverzuim op passende wijze gecompenseerd.
De vordering van de benadeelde partij [werknemer].
De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, de opgevoerde immateriële schade tot een bedrag van EUR 750,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de opgevoerde immateriële schade voor zover deze het bedrag van EUR 750,00 te boven gaat, aangezien dit deel niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding.
De benadeelde partij kan dit deel van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Motivering van de hoofdelijkheid.
De rechtbank stelt vast dat verdachte dit strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededader samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.
De vordering van de benadeelde partij [werkgever]/McDonalds.
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Motivering van de hoofdelijkheid.
De rechtbank stelt vast dat verdachte dit strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededader samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.
Beslag.
De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen patroonhouder vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – dit een voorwerp is:
- met behulp van welke het feit is begaan of voorbereid
- en dat van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
De rechtbank zal de teruggave gelasten van de inbeslaggenomen cd-rom aan de rechthebbende, te weten McDonalds te Best, nu naar het oordeel van de rechtbank het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave van het inbeslaggenomen goed.
DE UITSPRAAK
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te
maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf:
Gevangenisstraf voor de duur van 22 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27
Wetboek van Strafrecht.
Ten aanzien van de inbeslaggenomen goederen.
Onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen goederen, te weten: een
patroonhouder met kogeltjes.
Teruggave inbeslaggenomen goederen, te weten: cd-rom met beelden van overval
(teruggeven aan McDonalds te Best).
Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen.
I
Maatregel van schadevergoeding van EUR 750,00 subsidiair 15 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten
behoeve van het slachtoffer [werknemer] van een bedrag van EUR 750,00
(zegge: zevenhonderd vijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te
vervangen door 15 dagen hechtenis. Dit bedrag wordt vermeerderd met de
wettelijke rente, te berekenen vanaf 08 november 2008 tot aan de dag der
algehele voldoening.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door zijn
mededader is betaald.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [werknemer]:
Wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt
verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [werknemer] van een bedrag
van EUR 750,00 (zegge: zevenhonderdvijftig euro). Dit bedrag wordt vermeerderd
met de wettelijke rente, te berekenen vanaf 08 november 2008 tot aan de dag der
algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet
ontvankelijk is, omdat dit deel niet eenvoudig van aard is.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door zijn
mededader is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd
voorzover hij of zijn mededader heeft voldaan aan een van de hem opgelegde
verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
II
Maatregel van schadevergoeding van EUR 671,10 subsidiair 13 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat, ten
behoeve van het slachtoffer [werkgever]/McDonalds ,van een bedrag van EUR
671,10 (zegge: zeshonderd eenenzeventig euro en tien cent ), bij gebreke van
betaling en verhaal te vervangen door 13 dagen hechtenis. Dit bedrag wordt
vermeerderd met de wettelijke rente, te berekenen vanaf 08 november 2008 tot
aan de dag der algehele voldoening.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door zijn
mededader is betaald.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [werkgever]/McDonalds:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot
betaling aan de benadeelde partij [werkgever]/McDonalds van een bedrag
van EUR 671,10 (zegge: zeshonderd eenenzeventig euro en tien cent ). Dit bedrag
wordt vermeerderd met de wettelijke rente, te berekenen vanaf 08 november 2008 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door zijn
mededader is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd
voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot
vergoeding van deze schade.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. K. Visser, voorzitter,
mr. C.B.M. Bruens en mr. W.J. Kolkert, leden,
in tegenwoordigheid van mr. A.W.A. Kap-Knippels, griffier,
en is uitgesproken op 24 juni 2009.
9
Parketnummer:
[verdachte]