ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ2911
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.M. Kooijmans-de Kort
- C.B.M. Bruens
- N. Cuvelier
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van mensenhandel en bewezenverklaring bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 17 juli 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van mensenhandel en bedreiging. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen van mensenhandel, omdat uit het dossier onvoldoende bewijs naar voren kwam dat de verdachte de betrokken vrouw, aangeduid als [slachtoffer 1], heeft gedwongen om in de prostitutie te werken of haar heeft belet om vrijwillig te stoppen. De rechtbank oordeelde dat niet duidelijk was of [slachtoffer 1] al in de prostitutie werkzaam was voordat zij de verdachte leerde kennen. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de stelling dat de verdachte als loverboy had gehandeld, aangezien [slachtoffer 1] verklaarde dat zij uit eigen vrije wil in de prostitutie werkte.
Daarnaast heeft de rechtbank de verdachte wel schuldig bevonden aan de bedreiging van een andere vrouw, aangeduid als [slachtoffer 2]. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in de periode van 18 november 2005 tot en met 1 december 2005 [slachtoffer 2] heeft bedreigd met de woorden: 'ik zal je strot doorsnijden, je bent mijn bezit'. De rechtbank achtte deze bedreiging wettig en overtuigend bewezen, maar oordeelde dat de verdachte niet kon worden veroordeeld voor het werven van [slachtoffer 2] voor de prostitutie, omdat niet kon worden vastgesteld dat de bedreiging was gericht op het dwingen van [slachtoffer 2] om in de prostitutie te gaan werken.
De rechtbank legde de verdachte een werkstraf op van 80 uur, subsidiair 40 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest. De rechtbank hield rekening met de impact van de bedreiging op [slachtoffer 2] en de ernst van het gedrag van de verdachte, dat getuigde van weinig respect voor vrouwen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar gemaakt op 17 juli 2009.