ECLI:NL:RBSHE:2009:BK0455
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- I.M. Nusselder
- N.M. Spelt
- Ch. Dunnewijk
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak wegens gebrek aan bewijs voor ontucht met minderjarige
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 14 oktober 2009, is de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten van ontucht met minderjarigen. De zaak werd aanhangig gemaakt via dagvaarding op 28 augustus 2009, waarbij de verdachte werd beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met twee slachtoffers, waarvan één minderjarig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen gronden waren voor schorsing van de vervolging. De officier van justitie meende dat de verklaringen van de slachtoffers voldoende bewijs boden voor een veroordeling, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor het tweede feit. De rechtbank vond dat de aangifte van het tweede slachtoffer niet voldoende steun vond in andere verklaringen en dat de verdachte het feit ontkende. Hierdoor werd de verdachte vrijgesproken van het tweede feit.
Wat betreft het eerste feit, dat betrekking had op ontucht met het minderjarige slachtoffer, oordeelde de rechtbank dat de verklaring van het slachtoffer en de bekennende verklaring van de verdachte voldoende bewijs boden voor een veroordeling. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 240 dagen, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder begeleiding door de reclassering. De rechtbank oordeelde dat de ernst van de gepleegde feiten een gevangenisstraf rechtvaardigde, maar dat een deel van de straf voorwaardelijk kon worden opgelegd om de verdachte te stimuleren zich aan de regels te houden. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, aangezien de verdachte werd vrijgesproken van het feit waarop de vordering betrekking had.