ECLI:NL:RBSHE:2009:BK1074

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
5 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
197469 FT RK 09-1137
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.A.M. Penders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling op basis van betalingscapaciteit

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 5 oktober 2009 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De verzoekster, die op 8 mei 2009 een verzoekschrift indiende, had een schuldenlast van € 4.423,44 op het moment van ondertekening van het verzoekschrift op 28 april 2009. Tijdens de zitting op 18 september 2009 bleek dat zij in de tussenliggende periode ongeveer € 2.000,00 had afgelost. Dit werd bevestigd door een schuldenoverzicht van haar beschermingsbewindvoerder, waaruit bleek dat haar schuldenlast op 30 juni 2009 was gedaald naar € 2.761,65.

De rechtbank overwoog dat op basis van artikel 288 lid 1 sub a van de Faillissementswet (Fw) een verzoek tot schuldsanering kan worden afgewezen indien niet voldoende aannemelijk is dat de schuldenaar niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden. Gezien de aflossingen die verzoekster had gedaan en de verminderde schuldenlast, was de rechtbank van oordeel dat niet voldoende aannemelijk was gemaakt dat verzoekster niet in staat zou zijn om haar schulden te blijven betalen.

Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. De beslissing werd genomen door mr. P.A.M. Penders en uitgesproken ter openbare terechtzitting. De rechtbank concludeerde dat de verzoekster in staat was om haar schulden af te lossen en dat er geen reden was om aan te nemen dat zij niet zou kunnen voortgaan met het betalen van haar schulden.

Uitspraak

RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH,
sector civiel recht - enkelvoudige kamer
rekestnummer: 192746/FT-RK 09.623
nummer verklaring: VEG0210900083
uitspraakdatum: 5 oktober 2009
afwijzing toepassing schuldsanering
[verzoekster], wonende te [woonplaats]
verzoekster,
heeft op 8 mei 2009 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Het verzoekschrift is behandeld ter terechtzitting van 18 september 2009. Zowel verzoekster als haar beschermingsbewindvoerder van IDG Sociaal Advies zijn opgeroepen te verschijnen voor deze zitting. Hoewel daartoe deugdelijk opgeroepen is de beschermingsbewindvoerder van verzoekster, zonder tegenbericht, niet verschenen. Verzoekster is wel ter zitting verschenen en gehoord.
Ingevolge artikel 288 lid 1 sub a Fw kan het verzoek van een natuurlijk persoon worden afgewezen, indien niet voldoende aannemelijk is dat de schuldenaar niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden.
Uit de gedingstukken en het verhandelde ter zitting is het de rechtbank gebleken dat verzoekster ten tijde van de ondertekening van haar verzoekschrift op 28 april 2009 een schuldenlast van € 4.423.44 had. Tijdens de zitting op 18 september 2009 blijkt verzoekster in de tussenliggende vijf maanden ongeveer € 2.000,00 te hebben afgelost aan haar schulden. Dat het aflossen van haar schuldenlast voorspoedig verloopt blijkt eveneens uit het op 30 juni 2009 opgemaakte schuldenoverzicht door haar beschermingsbewindvoerder. Uit voornoemde schuldenlijst blijkt dat verzoekster op die datum een schuldenlast heeft van slechts € 2.761,65.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat niet voldoende aannemelijk is gemaakt dat verzoekster niet zal kunnen voortgaan met betalen van haar schulden. Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling dient derhalve te worden afgewezen.
Beslissing
De rechtbank:
- wijst het verzoek af;
Gewezen door mr. P.A.M. Penders en uitge¬spro¬ken ter open¬bare te¬rechtzit¬ting van 5 oktober 2009 in tegen¬woor¬dig¬heid van de grif¬fier.