ECLI:NL:RBSHE:2009:BK2278
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.A.M. Penders
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 26 oktober 2009 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van een verzoekster die de toepassing van de schuldsaneringsregeling wilde aanvragen. De verzoekster had op 22 september 2009 een verzoek ingediend, maar dit verzoek was niet tijdig gedaan. De rechtbank had eerder op 13 augustus 2009 de verzoekster geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzoek tot schuldsanering in te dienen, met de duidelijke instructie dat dit binnen veertien dagen na de datum van de brief moest gebeuren. De verzoekster heeft echter pas op 22 september 2009 haar verzoek ingediend, wat resulteerde in een overschrijding van de gestelde termijn.
De rechtbank overwoog dat, volgens artikel 3 van de Faillissementswet (Fw), de griffier de verzoekster had moeten informeren over de termijn voor het indienen van een verzoekschrift. De verzoekster had niet binnen de vereiste termijn gereageerd, en haar argument dat zij eerder budgetbeheer en schuldregeling had aangevraagd, werd niet als geldig argument geaccepteerd. De rechtbank stelde vast dat artikel 15b Fw, dat de mogelijkheid biedt voor een gefailleerde om haar faillissement op te heffen en tegelijkertijd de schuldsaneringsregeling aan te vragen, niet van toepassing was, omdat de verzoekster niet failliet was verklaard.
De rechtbank concludeerde dat de verzoekster niet ontvankelijk was in haar verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, omdat zij de termijnoverschrijding niet kon rechtvaardigen. De uitspraak van de rechtbank is definitief, aangezien er geen hoger beroep mogelijk is tegen de beslissing om de verzoekster niet-ontvankelijk te verklaren. De rechtbank heeft de verzoekster dan ook niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek, en het verzoek tot faillietverklaring kan nu worden behandeld.