ECLI:NL:RBSHE:2009:BK3911

• Datum uitspraak: 12 november 2009
• Publicatiedatum: 5 april 2013
• Zaaknummer: 630098
• Instantie: Rechtbank 's-Hertogenbosch
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: W.E.M. Leclercq
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Proceskostenvergoeding in een civiele procedure met royement van de eis

In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter te Eindhoven, heeft eiseres, de naamloze vennootschap Ohra Zorgverzekeringen N.V., gevestigd te Arnhem, aanvankelijk van gedaagde betaling van € 2.619,24 gevorderd wegens achterstallige premie voor de ziektekostenverzekering, inclusief rente en kosten. Tijdens de procedure heeft eiseres verzocht om royement van de eis. Gedaagde, die in persoon procedeerde, heeft ingestemd met het royement op voorwaarde dat eiseres zijn proceskosten vergoedt. Gedaagde heeft aangegeven hoge verletkosten te hebben door zijn beroep als zelfstandig chauffeur, wat de reden was voor zijn verzoek om proceskostenvergoeding.

De kantonrechter heeft op 12 november 2009 uitspraak gedaan. In de beslissing is vastgesteld dat de procedure is geroyeerd. Tevens is eiseres veroordeeld in de kosten aan de zijde van gedaagde, die tot op dat moment zijn begroot op € 437,50. De kantonrechter heeft deze kostenvergoeding toegewezen op basis van artikel 238 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, volgens het geldende liquidatietarief. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Deze zaak illustreert de toepassing van de regels omtrent proceskostenvergoeding in het civiele recht, met name in situaties waarin een eis wordt ingetrokken en de gedaagde kosten heeft gemaakt die vergoed dienen te worden. De uitspraak benadrukt het belang van het liquidatietarief en de overwegingen die een rechter maakt bij het toekennen van proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH

DE KANTONRECHTER TE EINDHOVEN

In de zaak van:

de naamloze vennootschap Ohra Zorgverzekeringen N.V.,

gevestigd te Arnhem,

eiseres,

gemachtigde: gerechtsdeurwaarderskantoor Rosmalen te Breda,

t e g e n :

[gedaagde],

wonende te [woonplaats],

gedaagde,

procederend in persoon,

heeft de kantonrechter het navolgende vonnis gewezen.

1.Het verloop van het geding

Dit blijkt uit de navolgende stukken:

­ de dagvaarding;

­ de conclusie van antwoord, met producties;

­ de door de griffier gemaakte aantekeningen van het verhandelde op de comparitie van partijen d.d. 10 september 2009 en de ten behoeve van die zitting door eiseres overgelegde producties;

­ de akte houdende royement van de zijde van eiseres;

­ de mondelinge uitlating royement van de zijde van gedaagde.

2.De reden voor de beslissing

In deze procedure, waarin eiseres aanvankelijk van gedaagde betaling van € 2.619,24 had gevorderd wegens achterstallige premie ziektekostenverzekering, en verder rente en kosten, heeft eiseres om royement verzocht. Gedaagde heeft verklaard daarmee in te stemmen mits eiseres hem zijn proceskosten vergoedt. Over dit laatste heeft gedaagde tijdens de comparitie van partijen laten weten dat hij hoge verletkosten heeft wegens zijn beroep als zelfstandig chauffeur.

De kantonrechter zal op de voet van het bepaalde in artikel 238 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering aan gedaagde een proceskostenvergoeding toewijzen volgens het geldende liquidatietarief.

3.De beslissing

De kantonrechter:

verstaat dat de procedure is geroyeerd;

veroordeelt eiseres in de kosten aan de zijde van de gedaagde gevallen en tot op heden begroot op € 437,50.

Aldus gewezen door mr. W.E.M. Leclercq, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van donderdag 12 november 2009, in tegenwoordigheid van de griffier.