ECLI:NL:RBSHE:2010:BL9792
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. van Luyck
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige machtiging tot gedwongen opname in psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 31 maart 2010 uitspraak gedaan over een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een voorlopige machtiging voor gedwongen opname van een 20-jarige vrouw met een ernstige borderline persoonlijkheidstoornis en een depressieve stoornis. De betrokkene had meerdere suïcidepogingen ondernomen en had een uitdrukkelijke doodswens geuit. Ondanks dat voldaan was aan de wettelijke eisen van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ), heeft de rechtbank het verzoek afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het verlenen van de machtiging in strijd zou zijn met de rechtsbeginselen van subsidiariteit en doelmatigheid.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een gevaar voor de betrokkene zelf bestond, maar dat er ook minder ingrijpende alternatieven beschikbaar waren, zoals verblijf bij haar vader. De rechtbank benadrukte dat een gedwongen opname niet noodzakelijkerwijs zou leiden tot een afname van het suïcidegevaar en dat de betrokkene in een nieuwe, onbekende omgeving mogelijkerwijs meer risico zou lopen. De rechtbank heeft ook de zorgen van de vader van de betrokkene meegewogen, maar concludeerde dat deze bezorgdheid niet kon leiden tot een andere beslissing. De rechtbank heeft de afwijzing van het verzoek gemotiveerd door te stellen dat de gevraagde machtiging niet voldeed aan de beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid, en dat de huidige ambulante behandeling voortgezet zou worden.
De beslissing van de rechtbank is in het openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft alle betrokken partijen, waaronder de GGzE en de Inspectie van de gezondheidszorg, op de hoogte gesteld van haar beslissing.