ECLI:NL:RBSHE:2010:BM1521
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurachterstand en proceskostencompensatie in huurovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter te Eindhoven op 8 april 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een verhuurder, en gedaagde, een huurder, over een huurachterstand. Eiseres vorderde betaling van een bedrag van € 1.185,34, bestaande uit hoofdsom, rente en buitengerechtelijke incassokosten, als gevolg van een huurovereenkomst voor een woning aan de Akert 98. Gedaagde had een huurachterstand opgebouwd van € 818,56, maar erkende deze achterstand en gaf aan dat zij door omstandigheden, waaronder een verblijf in een revalidatiecentrum, het overzicht op haar financiën was kwijtgeraakt. Eiseres had gedaagde eerder aangemaand en er was een betalingsregeling getroffen, maar deze was misgelopen.
Tijdens de comparitie van partijen op 10 maart 2010, waar gedaagde niet aanwezig was, werd vastgesteld dat de huurachterstand inmiddels was afgenomen tot € 104,86. De kantonrechter oordeelde dat eiseres gedaagde nodeloos had gedagvaard, aangezien er een betalingsregeling in gang was gezet vanuit de gemeente Geldrop-Mierlo. De kantonrechter besloot de vordering van eiseres tot betaling van € 104,86 toe te wijzen, maar compenseerde de proceskosten, zodat beide partijen hun eigen kosten droegen. De uitspraak benadrukt het belang van het proberen van een minnelijke regeling voordat juridische stappen worden ondernomen.
De kantonrechter heeft in zijn beslissing de wettelijke rente toegewezen vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van voldoening en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Deze uitspraak onderstreept de noodzaak voor verhuurders om eerst te proberen tot een minnelijke oplossing te komen bij huurachterstanden.