ECLI:NL:RBSHE:2010:BN1389
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Voorlopige voorziening
- J.F.M. Strijbos
- Rechtspraak.nl
Weigering van verzoek tot leggen van conservatoir beslag in geval van kennelijk onredelijk ontslag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 30 juni 2010 een verzoek tot het leggen van conservatoir beslag afgewezen. Het verzoek was ingediend door de verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.R.A. Lenaerts, en was gericht tegen de gerekestreerde, die niet was gehoord. De verzoeker stelde dat de gerekestreerde de arbeidsovereenkomst kennelijk onredelijk had opgezegd en dat hij recht had op een schadevergoeding van € 19.000,00. De verzoeker was voornemens om een procedure bij de kantonrechter te starten indien de gerekestreerde niet vrijwillig tot betaling overging.
De voorzieningenrechter overwoog dat volgens artikel 7:681 van het Burgerlijk Wetboek een rechter in geval van kennelijk onredelijke opzegging een schadevergoeding kan toekennen. Echter, de toekenning door de rechter is een constitutief element voor het ontstaan van de vordering. Aangezien de toekenning nog niet had plaatsgevonden, bestond de vordering op dat moment niet en kon er slechts gesproken worden van een toekomstige vordering. In het algemeen is conservatoir verhaalsbeslag voor een toekomstige vordering niet mogelijk, tenzij aan bepaalde voorwaarden is voldaan.
De voorzieningenrechter concludeerde dat de verzoeker onvoldoende had aangetoond dat het zeer waarschijnlijk was dat de vordering zou ontstaan en dat er een groot verhaalsrisico was. De verzoeker had weliswaar aangevoerd dat hij ongeschoold was en weinig kansen op de arbeidsmarkt had, maar had geen relevante informatie verstrekt over zijn financiële situatie of andere omstandigheden die het verhaalsrisico zouden kunnen onderbouwen. Bovendien was er geen reden om aan te nemen dat de gerekestreerde niet in staat zou zijn om aan zijn verplichtingen te voldoen, gezien de verkoop van drie percelen grond aan de Provincie Noord-Brabant voor een aanzienlijke prijs.
Daarom weigerde de voorzieningenrechter het gevraagde verlof tot het leggen van conservatoir beslag, omdat niet aan de vereisten was voldaan.