ECLI:NL:RBSHE:2010:BN1403
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Incident relatieve bevoegdheid en forumkeuzebeding in civiele procedure
In deze zaak, die voor de Rechtbank 's-Hertogenbosch werd behandeld, ging het om een incident betreffende de relatieve bevoegdheid. De eisers in het incident, de maatschap [X], stelden dat zij niet gebonden waren aan het forumkeuzebeding in de algemene voorwaarden van de overeenkomst die onderwerp van geschil was in de hoofdzaak. Zij voerden aan dat zij geen partij waren bij de overeenkomst en dat de vertegenwoordiger, [J], niet bevoegd was om hen te vertegenwoordigen. De rechtbank oordeelde dat het beroep op onbevoegdheid faalde, omdat de maatschap [X] door hun gedragingen de schijn van bevoegdheid van [J] hadden gewekt. De rechtbank concludeerde dat Unibroed B.V. redelijkerwijs mocht aannemen dat [J] de maatschap vertegenwoordigde, gezien de langdurige contacten tussen hen.
Daarnaast werd er een subsidiair beroep gedaan op de vernietigbaarheid van het forumkeuzebeding. De maatschap [X] stelde dat het beding onredelijk bezwarend was en dat zij nooit stilzwijgend hadden aanvaard dat de rechtbank in 's-Hertogenbosch bevoegd zou zijn. De rechtbank verwierp dit beroep, omdat de maatschap [X] niet voldoende had onderbouwd waarom het beding specifiek voor hen onredelijk bezwarend zou zijn. De enkele vermelding van het beding op de zwarte lijst van artikel 6:236 BW was niet voldoende, aangezien er geen sprake was van een consumentenovereenkomst.
De rechtbank wees de incidentele vordering van de maatschap [X] af en veroordeelde hen in de proceskosten van het incident. De zaak werd vervolgens opnieuw op de rol gezet voor conclusie van antwoord op 25 augustus 2010.