ECLI:NL:RBSHE:2010:BN6122
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.E.M. Leclercq
- Rechtspraak.nl
Kennelijk onredelijk ontslag en pensioenschade door uitbesteding van elektrotechnisch onderhoud
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een werknemer, eiser, en zijn werkgever, Stichting Severinusstichting, over een kennelijk onredelijk ontslag en de daaruit voortvloeiende pensioenschade. Eiser was sinds 1 december 1975 in dienst als elektrotechnicus bij gedaagde. In 2006 besloot gedaagde om het elektrotechnisch onderhoud uit te besteden aan een derde partij, de firma Mansveld. Eiser werd gedetacheerd bij Mansveld, maar deze detachering eindigde op 15 september 2008, waarna gedaagde een ontslagvergunning aanvroeg. Het CWI gaf op 29 oktober 2008 toestemming voor het ontslag, dat op 1 maart 2009 inging. Eiser, inmiddels 59 jaar oud, werd werkloos en stelde dat gedaagde onvoldoende rekening had gehouden met zijn belangen, met name de financiële gevolgen van het ontslag en de verplichte ingangsdatum van zijn flexpensioen op zijn zestigste levensjaar.
Eiser vorderde een schadevergoeding van € 64.834,-- wegens kennelijk onredelijke opzegging, alsook vergoeding van kosten van een pensioenadviesbureau en een gratificatie die hij misliep door het ontslag. Gedaagde betwistte de onredelijkheid van het ontslag en stelde dat er geen passende alternatieven voor eiser beschikbaar waren. Tijdens de comparitie van partijen werd uitvoerig gesproken over de financiële positie van eiser en de gevolgen van het ontslag. De kantonrechter oordeelde dat gedaagde zich niet als een goed werkgever had gedragen en dat de opzegging kennelijk onredelijk was. De kantonrechter kende eiser een schadevergoeding toe van € 59.000,-- bruto, alsook de kosten van het pensioenadviesbureau en de proceskosten.
De kantonrechter concludeerde dat gedaagde onvoldoende rekening had gehouden met de belangen van eiser en dat de financiële gevolgen van het ontslag voor eiser aanzienlijk waren. De uitspraak benadrukt het belang van goed werkgeverschap en de verplichting van werkgevers om de gevolgen van hun beslissingen voor werknemers in overweging te nemen.