vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
zaaknummer / rolnummer: 216973 / KG ZA 10-577
Vonnis in kort geding van 23 september 2010
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NESCO HOLDING B.V.,
gevestigd te Gemert,
eiseres,
advocaat mr. P.J.M. Boomaars te Breda,
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE GEMERT-BAKEL,
zetelend te Gemert,
vrijwillig verschenen verweerster,
advocaat mr. U.T. Hoekstra te Middelburg.
Partijen zullen hierna Nesco en de gemeente genoemd worden.
1.1. Nesco heeft bij exploot van 17 augustus 2010 abusievelijk het college van burgemeester en wethouders van de gemeente in plaats van de gemeente zelf in kort geding gedagvaard.
1.2. De gemeente is bij de behandeling ter terechtzitting op 9 september 2010 echter vrijwillig verschenen. Tussen partijen staat vast dat daar waar in de dagvaarding wordt gesproken over het college, gelezen dient te worden: de gemeente.
1.3. Nesco heeft tijdens de mondelinge behandeling de eis gewijzigd zoals vooraf door haar was aangekondigd en de vordering nader toegelicht, mede aan de hand van de door haar overgelegde producties.
1.4. De gemeente heeft tijdens de mondelinge behandeling verweer gevoerd, mede aan de hand van de door haar overgelegde producties.
1.5. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De relevante vaststaande feiten
2.1. Vanaf de zomer van 2008 hebben tussen partijen onderhandelingen plaatsgevonden over de aan- en verkoop van het perceel grond aan [adres] (hierna te noemen: het perceel grond), aangezien de gemeente - zijnde de eigenaar van het perceel grond - een agrarisch innovatieve invulling van het perceel grond voor ogen had en Nesco op het perceel grond een innovatieve champignonkwekerij wilde (en nog steeds wil) oprichten.
2.2. Op 11 juni 2009 heeft de gemeente met betrekking tot het perceel grond, ter grootte van circa 1.32.70 ha, een (concept-)koopakte aan Nesco toegezonden. Deze akte is door geen van beide partijen getekend.
2.3. Bij brief d.d. 19 november 2009 heeft de wethouder ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente het volgende aan The Greenery (een potentiële subsidieverstrekker van Nesco) te kennen gegeven:
“Middels deze brief willen wij u laten weten dat de Gemeente Gemert-Bakel een bouwvergunning heeft verleend aan Nesco voor het oprichten van een champignonkwekerij aan [adres].”
2.4. Nesco heeft bij The Greenery een GMO (Gemeenschappelijke Marktordening) subsidie aangevraagd. Deze subsidie is ook aan Nesco toegewezen, onder de voorwaarde dat Nesco de subsidie in 2010 aanwendt voor de oprichting van de champignonkwekerij.
2.5. Op 10 maart 2010 heeft tussen partijen overleg plaatsgevonden. Tijdens dit overleg heeft Nesco voorgesteld om het perceel grond gefaseerd van de gemeente af te nemen en een deel van de koopprijs te betalen bij de levering van het perceel grond en het restant ten tijde van de bestemmingswijziging.
2.6. Op 4 mei 2010 heeft de gemeente tijdens een gesprek aan Nesco te kennen gegeven dat het nieuwe college van burgemeester en wethouders voor Nesco vooralsnog geen plek ziet op het perceel grond. De door Nesco voorgestelde gefaseerde afname van het perceel grond staat volgens de gemeente een structurele herontwikkeling van het perceel grond in de weg. Zij heeft Nesco voorgesteld om gezamenlijk op zoek te gaan naar een alternatieve locatie binnen de gemeente Gemert-Bakel.
2.7. Bij brieven d.d. 21 mei, 25 juni en 29 juli 2010 heeft Nesco de gemeente te kennen gegeven dat er naar haar mening op 11 juni 2009 een overeenkomst tot stand is gekomen, op grond waarvan de gemeente verplicht is het perceel grond aan Nesco te leveren en een bouwvergunning aan haar te verlenen. Voorts heeft Nesco de gemeente bij deze brieven gesommeerd om te bevestigen dat zij de overeenkomst zal nakomen.
2.8. De gemeente heeft aan deze sommaties geen gehoor gegeven en bij brief d.d. 2 juli 2010 bevestigd dat zij het perceel grond niet aan Nesco zal leveren noch een bouwvergunning aan haar zal verlenen.
2.9. Ter zitting heeft de gemeente te kennen gegeven dat zij inmiddels geen agrarisch innovatieve invulling van het perceel grond meer voor ogen heeft.
3.1. Nesco vordert na wijziging van eis (samengevat):
1) veroordeling van de gemeente tot levering van het perceel grond aan [adres];
2) de gemeente te gebieden de reeds verleende bouwvergunning voor de bouw van de champignonkwekerij aan [adres] (feitelijk) aan haar af te geven;
3) te bepalen dat de gemeente een dwangsom verbeurt van € 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij in gebreke blijft aan haar verplichtingen te voldoen;
4) veroordeling van de gemeente in de kosten van het geding.
3.2. Nesco legt hieraan - kort gezegd - het navolgende ten grondslag.
3.2.1. Partijen hebben op 11 juni 2009 een koopovereenkomst gesloten. Op grond van deze overeenkomst dient de gemeente het perceel grond aan [adres] aan haar te leveren, hetgeen zij weigert.
3.2.2. Indien er op 11 juni 2009 geen koopovereenkomst is gesloten, dan heeft de gemeente op die datum een onherroepelijk aanbod gedaan en is dit aanbod nooit komen te vervallen. Zij, Nesco, heeft dit aanbod reeds op 10 maart 2010 aanvaard door bij de gemeente aan te dringen op nakoming van de koopovereenkomst. Bij genoemde brieven d.d. 21 mei, 25 juni en 29 juli 2010 heeft zij de gemeente gesommeerd om te verklaren dat de overeenkomst zal worden nagekomen. De gemeente weigert dit.
3.2.3. De gemeente heeft aan haar een bouwvergunning verleend voor de bouw van de champignonkwekerij aan [adres], maar weigert deze af te geven.
3.3. De gemeente voert - kort gezegd - de navolgende verweren.
3.3.1. Zij betwist dat er op 11 juni 2009 een koopovereenkomst is gesloten. Wel heeft zij op die datum een aanbod gedaan aan Nesco, maar dit aanbod is zowel door tijdsverloop als door verwerping komen te vervallen.
3.3.2. Zij heeft geen bouwvergunning verleend aan Nesco en kan deze dus ook niet (feitelijk) afgeven. Bovendien dient deze vordering te worden voorgelegd aan de bestuursrechter.
3.4. Op de stellingen en verweren van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.1. Uit de aard van de zaak - met name met het oog op de door The Greenery aan Nesco toegewezen GMO-subsidie, die Nesco nog dit jaar moet aanwenden voor de aankoop en levering van het perceel grond en de oprichting van een champignonkwekerij - is sprake van een voldoende spoedeisend belang om deze aan de voorzieningenrechter voor te leggen.
Veroordeling tot levering
4.2. De vordering sub 1 houdt in de veroordeling van de gemeente tot nakoming van de beweerdelijke overeenkomst d.d. 11 juni 2009, welke nakoming volgens Nesco bestaat uit de levering van het perceel grond aan [adres]. In kort geding kan een dergelijke vordering slechts worden toegewezen indien buiten redelijke twijfel komt te staan dat de bodemrechter, later oordelend, tot het oordeel zal komen dat de vordering tot nakoming dient te worden toegewezen.
4.3. Kern van dit kort geding is de vraag of er tussen partijen een koopovereenkomst tot stand is gekomen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter dient deze vraag ontkennend beantwoord te worden. Dit oordeel steunt met name op het navolgende.
4.4. Voor het tot stand komen van een overeenkomst is vereist dat partijen ten minste over de essentialia overeenstemming hebben bereikt. De grootte en de koopprijs van het perceel grond behoren zonder twijfel tot die essentialia. Uit de door partijen overgelegde stukken is onvoldoende gebleken dat partijen over deze essentialia van de voorgenomen verkoop/koop op enig moment overeenstemming hebben bereikt.
4.5. De gemeente heeft op 11 juni 2009 weliswaar een ongetekende koopakte aan Nesco gezonden, maar daarmee heeft zij een aanbod gedaan als bedoeld in artikel 6:217 BW. Het standpunt van Nesco, inhoudende dat dit aanbod onherroepelijk zou zijn, deelt de voorzieningenrechter niet. Op grond van het bepaalde in artikel 6:219 BW kan een aanbod immers worden herroepen, tenzij het een termijn voor de aanvaarding inhoudt of de onherroepelijkheid ervan op andere wijze uit het aanbod volgt. Gesteld noch gebleken is dat de gemeente een termijn voor de aanvaarding heeft gesteld. De beweerdelijke onherroepelijkheid volgt evenmin op een andere wijze uit het aanbod. Het had op de weg van Nesco gelegen - zeker nu de gemeente de onherroepelijkheid heeft betwist - om haar standpunt op dat punt te onderbouwen en/of te motiveren, hetgeen zij heeft nagelaten.
4.6. Nesco heeft het op 11 juni 2009 door de gemeente gedane herroepelijke aanbod niet (tijdig) aanvaard. Zo heeft Nesco de koopakte niet getekend en heeft Nesco ter zitting desgevraagd bevestigd dat zij het aanbod ook niet op een andere wijze expliciet heeft aanvaard vóór 10 maart 2010. Het had op de weg van Nesco gelegen, hetgeen zij heeft nagelaten, om dan voldoende aannemelijk te maken dat zij het aanbod op impliciete wijze zou hebben aanvaard. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter volgt hieruit dat er geen aanvaarding binnen een redelijke tijd heeft plaatsgevonden. De tijd die sinds 11 juni 2009 nodig was voor beraad en voor het overbrengen van een antwoord aan de gemeente is immers redelijkerwijs ruim vóór 10 maart 2010 verstreken. Het aanbod van de gemeente is hierdoor komen te vervallen.
4.7. Vervolgens heeft er op 10 maart 2010 een overleg tussen partijen plaatsgevonden. Onvoldoende aannemelijk is dat tijdens dit overleg alsnog een overeenkomst tot stand is gekomen. Het standpunt van Nesco, inhoudende dat zij op 10 maart 2010 een vrijblijvend voorstel ter nadere invulling van de reeds gemaakte afspraken heeft gedaan, deelt de voorzieningenrechter in het licht van het onder r.o. 4.4. tot en met 4.6. overwogene niet.
4.8. De verklaring van Nesco dat zij het aanbod van de gemeente d.d. 11 juni 2009 alsnog (expliciet) heeft aanvaard door middel van de onder r.o. 2.7. vermelde brieven d.d. 21 mei, 25 juni en 29 juli 2010 geldt als een nieuw aanbod. Dit nieuwe aanbod heeft de gemeente bij brief d.d. 2 juli 2010 expliciet verworpen, zodat er naar het oordeel van de voorzieningenrechter ook na 10 maart 2010 geen koopovereenkomst tussen partijen tot stand is gekomen.
4.9. Gelet op het vorenstaande zal de gevorderde veroordeling tot levering worden afgewezen.
Gebod tot afgifte van de bouwvergunning
4.10. De gemeente heeft ter zitting te kennen gegeven dat de inhoud van de door haar wethouder aan de The Greenery (een potentiële subsidieverstrekker) gerichte brief d.d. 19 november 2009, waarin de wethouder verklaart dat er al een bouwvergunning aan Nesco is verleend, onjuist is. Volgens de gemeente heeft de wethouder deze brief aan The Greenery verzonden met het doel om Nesco te helpen bij het verkrijgen van een subsidie en zou Nesco van deze bedoeling op de hoogte zijn geweest. De gemeente stelt zich op het standpunt dat Nesco wist en weet dat er in werkelijkheid nog geen bouwvergunning was en is verleend.
4.11. Indien er door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente een bouwvergunning zou zijn verleend, dan betekent dit dat hiertoe een besluit moet zijn genomen. Op grond van artikel 1:3 Awb (Algemene wet bestuursrecht) wordt onder het begrip besluit verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Nesco heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er door het college van burgemeester en wethouders een besluit ten aanzien van de aangevraagde bouwvergunning is genomen. Ter onderbouwing van haar stelling dat dit wél het geval zou zijn, verwijst Nesco slechts naar genoemde brief d.d. 19 november 2009, die niet eens aan haarzelf maar aan een derde is gericht. Deze brief is niet aan te merken als een besluit in de zin van artikel 1:3 Awb, nu de brief afkomstig is van één wethouder en dus niet van een bestuursorgaan. De gemeente heeft de juistheid van de inhoud van de brief bovendien gemotiveerd betwist, waarna Nesco heeft nagelaten om haar standpunt nader te motiveren en/of te onderbouwen.
4.12. Ten slotte speelt een rol dat de gemeente ter zitting - onweersproken - heeft gesteld dat Nesco weliswaar een aanvraag bouwvergunning heeft ingediend, maar dat deze aanvraag in strijd is met het vigerende bestemmingsplan. Volgens de gemeente kán een bouwvergunning daarom niet eens verleend worden en dient Nesco haar aanvraag te wijzigen of dient zij een ontheffingsprocedure te volgen. Onbetwist staat vast dat Nesco vooralsnog geen van beide wegen heeft behandeld.
4.13. Nu onvoldoende aannemelijk is geworden dat er door het college van burgemeester en wethouders een besluit tot het verlenen van een bouwvergunning is genomen, zou toewijzing van het gevorderde gebod tot feitelijke afgifte van de vergunning in strijd met de wet zijn. Deze vordering zal reeds hierom worden afgewezen. Hetgeen partijen overigens hebben aangevoerd, kan niet tot een ander oordeel leiden en behoeft derhalve geen bespreking meer.
4.14. Nesco zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de gemeente worden begroot op:
- vast recht € 263,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 1.079,00
5.1. wijst de vorderingen af;
5.2. veroordeelt Nesco in de proceskosten, aan de zijde van de gemeente tot op heden begroot op € 1.079,00;
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Loesberg en in het openbaar uitgesproken op 23 september 2010.