ECLI:NL:RBSHE:2010:BN8382
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.J. Harts
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot betaling van buitengerechtelijke kosten in deelgeschilprocedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 23 september 2010, betreft het een deelgeschilprocedure waarin verzoekster, wonende te Best, een verzoek heeft ingediend tegen verweerder en de Noordhollandsche van 1816 Schadeverzekeringsmaatschappij. Verzoekster verzoekt om een veroordeling tot betaling van buitengerechtelijke kosten ter hoogte van € 2.806,55, die zij heeft gemaakt in verband met rechtsbijstand. De zaak is ontstaan na een ongeval op 21 oktober 2008, waarbij verzoekster letsel heeft opgelopen en schade heeft geleden, waarvoor verweerder aansprakelijk is gesteld. Verweerder was verzekerd bij Noordhollandsche, die de aansprakelijkheid heeft erkend. Partijen hebben een vaststellingsovereenkomst gesloten, maar verzoekster stelt dat de kosten van rechtsbijstand niet onder deze overeenkomst vallen en dat het verzoek bijdraagt aan de totstandkoming van een nieuwe overeenkomst.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen sprake is van een deelgeschil in de zin van artikel 1019w van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De deelgeschilprocedure is bedoeld om de afhandeling van letsel- en overlijdensschadeclaims te bevorderen, maar in dit geval was er al een vaststellingsovereenkomst gesloten. De rechtbank concludeert dat een beslissing op het verzoek van verzoekster niet kan bijdragen aan de totstandkoming van een nieuwe overeenkomst, aangezien de partijen al een minnelijke regeling hebben getroffen. De rechtbank wijst het verzoek van verzoekster af en bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt, conform de aard van de procedure.