ECLI:NL:RBSHE:2010:BO1372
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.A.M. Penders
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de Rechtbank 's-Hertogenbosch in verzoek tot toepassing WSNP na faillissement
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 11 oktober 2010 uitspraak gedaan over de onbevoegdheid om kennis te nemen van een verzoek tot toepassing van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Verzoekers, [A] en [B], hadden op 16 juli 2010 een verzoek ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Dit verzoek werd behandeld tijdens de zitting op 4 oktober 2010, waar de verzoekers werden gehoord. De rechtbank kwam tot de conclusie dat zij niet bevoegd was om het verzoek te behandelen, omdat de verzoekers reeds in staat van faillissement waren verklaard door de rechtbank Roermond.
De rechtbank Roermond had op 20 augustus 2010 de verzoekers failliet verklaard, nadat zij op 6 juli 2010 niet-ontvankelijk waren verklaard in hun eerdere verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank 's-Hertogenbosch oordeelde dat, gezien de insolventie van de verzoekers, het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling moest worden behandeld als een verzoek tot opheffing van het faillissement. Volgens artikel 15b lid 2 van de Faillissementswet dient een gefailleerde zich te wenden tot de rechtbank waar de faillietverklaring is ingediend, in dit geval de rechtbank Roermond.
De rechtbank 's-Hertogenbosch heeft daarom de zaak verwezen naar de rechtbank Roermond voor verdere behandeling. De beslissing van de rechtbank was duidelijk: de rechtbank 's-Hertogenbosch was onbevoegd en de zaak moest worden overgedragen aan de rechtbank Roermond, waar de verzoekers hun faillissement hadden aangevraagd. De uitspraak werd gedaan door mr. P.A.M. Penders en is openbaar uitgesproken op 11 oktober 2010.