ECLI:NL:RBSHE:2010:BO3319
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- S.J.W. Hermans
- J.W.H. Renneberg
- W.T.A.M. Verheggen
- Rechtspraak.nl
Bewezenverklaring van zedendelicten met minderjarigen en het voorhanden hebben van GHB
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 10 november 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het plegen van ontuchtige handelingen met minderjarigen en het voorhanden hebben van GHB. De verdachte is in de periode van 1 juli 2009 tot en met 1 juni 2010 beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer 1], een minderjarige die op dat moment twaalf jaar oud was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verschillende seksuele handelingen, waaronder het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer 1]. Daarnaast heeft de verdachte ook ontuchtige handelingen gepleegd met [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], beiden minderjarigen die de leeftijd van zestien jaren nog niet hadden bereikt. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan deze feiten en heeft een gevangenisstraf van 24 maanden opgelegd, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank heeft ook bepaald dat de verdachte zich moet houden aan de aanwijzingen van de reclassering, inclusief het volgen van een behandeling gericht op zedenproblematiek. De rechtbank heeft het geëiste beroepsverbod van vijf jaar niet opgelegd, omdat de verdachte bij een sollicitatie op een school of een andere functie waarbij kinderen zijn betrokken, een verklaring van goed gedrag moet overleggen. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] voor immateriële en materiële schade.