ECLI:NL:RBSHE:2010:BY3119

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
24 augustus 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
702663
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.G.Th. Lindeman - Verhaar
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst op grond van dringende reden en privacykwesties bij GPS-registratie

In deze zaak heeft Jures Techniek B.V. op 12 juli 2010 een verzoek ingediend bij de Rechtbank 's-Hertogenbosch om de arbeidsovereenkomst met verweerder te ontbinden. Dit verzoek volgde op een ontslag op staande voet dat op 9 juli 2010 aan verweerder was gegeven. Jures Techniek stelde dat er gewichtige redenen waren voor de ontbinding, met name het vermoeden dat verweerder onjuiste tijden op zijn werkbonnen had ingevuld. Ter verificatie van deze verdenking had Jures Techniek een GPS-systeem in de bedrijfsauto van verweerder geïnstalleerd. De mondelinge behandeling vond plaats op 17 augustus 2010.

De kantonrechter oordeelde dat het gebruik van het GPS-systeem niet onrechtmatig was, aangezien Jures Techniek een gerechtvaardigd belang had om de werkuren van haar werknemers te controleren. De rechter concludeerde dat de vastgestelde onregelmatigheden in de werkbonnen van verweerder, in combinatie met zijn functie als bedrijfsleider, een dringende reden vormden voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst per 1 september 2010 en compenseerde de proceskosten, gezien de voorwaardelijke aard van het ontbindingsverzoek.

De zaak benadrukt de delicate balans tussen het recht op privacy van werknemers en de noodzaak voor werkgevers om toezicht te houden op de werkprestaties. De rechter bevestigde dat de omstandigheden voldoende waren om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, ondanks de privacykwesties die door verweerder werden aangevoerd.

Uitspraak

RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Kanton, locatie 's-Hertogenbosch
Zaaknummer : 702653
EJ verz. : 10-3069
Uitspraak : 24 augustus 2010
in de zaak van:
Jures Techniek B.V.,
gevestigd te Oss,
verzoekster,
gemachtigde: mw. mr. J.J. Lauwen,
t e g e n :
verweerder,
wonende te Berghem, gemeente Oss,
verweerder,
gemachtigde: mr. M. van der Geest (Achmea Rechtsbijstand).
Partijen worden hierna aangeduid als "Jures Techniek" en "verweerder".
1. De procedure
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie van de rechtbank, sector kanton, locatie 's-Hertogenbosch, op 12 juli 2010, heeft Jures Techniek verzocht om de arbeidsovereenkomst met verweerder te ontbinden, voor zover de overeenkomst niet reeds zou zijn beëindigd met het door Jures Techniek op 9 juli 2010 aan verweerder gegeven ontslag op staande voet.
Zijdens verweerder is een verweerschrift ingediend.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 17 augustus 2010, bij welke gelegenheid partijen de zaak hebben doen bepleiten door hun gemachtigden voornoemd.
Na gevoerd debat is de beschikking bepaald op heden.
2. Inleiding
2.1. Tussen partijen bestaat, althans bestond een arbeidsovereenkomst. Verweerder is sedert
1 november 2003 in dienst van Jures Techniek, laatstelijk als bedrijfsleider tegen een bruto salaris (exclusief vakantiegeld) van € 3.200,-- per maand. Op 9 juli 2010 is door Jures Techniek aan verweerder mondeling ontslag op staande voet aangezegd, welk ontslag per brief van 12 juli 2010 is bevestigd. Verweerder is thans 27 jaar oud.
2.2. Jures Techniek grondt het verzoek op de stelling dat er gewichtige redenen zijn om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, bestaande in omstandigheden die een dringende reden als bedoeld in artikel 7:677, lid 1 BW zouden opleveren, althans in veranderingen in de omstandigheden, welke van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen.
2.3. Ter toelichting op deze stellingname heeft Jures Techniek, kort weergegeven, het volgende aangevoerd:
"Medio april 2010 is bij verzoekster het vermoeden gerezen dat gerekwestreerde op zijn opdrachtbonnen tijdstippen voor het verrichten van werkzaamheden bij opdrachtgevers van verzoekster invulde, welke niet in overeenstemming waren met de daadwerkelijk gewerkte uren bij de opdrachtgever. In verband hiermede heeft verzoekster een zogenaamd GPS-systeem in het bedrijfsbusje waar gerekwestreerde zijn werkzaamheden mee verricht, geïnstalleerd, teneinde te verifiëren of de redelijke verdenking van onregelmatigheden die verzoekster op dat moment ten opzichte van gerekwestreerde had, correct waren.
Uit de gegevens van het GPS-systeem in combinatie met de door gerekwestreerde ingevulde opdrachtbonnen, alsmede na verificatie bij diverse opdrachtgevers is verzoekster gebleken dat gerekwestreerde de tijdstippen op deze opdrachtbonnen niet naar waarheid heeft ingevuld".
In verband hiermede heeft Jures Techniek verweerder op 9 juli 2010 mondeling ontslag op staande voet aangezegd.
Voor zover dit ontslag in rechte geen stand zou houden verzoekt Jures Techniek op grond van gewichtige redenen, primair bestaande uit een dringende reden en subsidiair veranderingen in de omstandigheden, de arbeidsovereenkomst voorwaardelijk te ontbinden.
2.4. Verweerder heeft tegen het verzoek het verweer aangevoerd dat er sprake is van een inbreuk op de privacy van de werknemer, nu Jures Techniek zonder enige bekendmaking aan verweerder een GPS installatie in de bedrijfsauto heeft ingebouwd. Verder schetst Jures Techniek een onjuist beeld, daar waar zij aanvoert dat hij veelvuldig en structureel zijn werkbonnen onjuist invult. Hij verwijst ondermeer naar de binnen het bedrijf gebruikelijke werkwijze om de bonnen niet tot op de minuut nauwkeurig in te vullen. Verweerder vindt het opmerkelijk dat uiteindelijk alle medewerkers van Jures Techniek zijn aangesproken over de wijze waarop zij werkbonnen invulden en is volstaan met het geven van een mondelinge berisping, terwijl hem direct ontslag op staande voet is aangezegd. Tenslotte geeft verweerder nog aan dat er verschillen zijn ontstaan tussen de op de werkbonnen ingevulde tijden en de door het GPS-systeem geregistreerde tijden, doordat er bijvoorbeeld geen rekening is gehouden met het achteraf op parkeerplaatsen e.d. verrichten van administratieve werkzaamheden, veelvuldig telefoneren en het instrueren van collega's.
Ook ten aanzien van de normale pauzes is niet duidelijk op welke wijze Jures Techniek dat in haar constateringen heeft meegenomen.
3. De beoordeling
3.1. Gesteld noch gebleken is dat het verzoek verband houdt met een van de opzegverboden van artikel 7:647, 648, 670 en 670a BW of met enig ander verbod tot opzegging van de arbeidsovereenkomst.
3.2 Allereerst ligt de vraag voor of de middels het G.P.S.-systeem verkregen informatie onrechtmatig is verkregen en dat Jures Techniek vooraf aan haar werknemers had dienen te melden dat in de bedrijfswagens een dergelijk G.P.S.-systeem zou worden gemonteerd.
Zijdens Jures Techniek is aangevoerd dat er op een bepaald moment klachten kwamen van opdrachtgevers over de door Jures Techniek in rekening gebrachte werkuren. Toen een opdrachtgever ten tweede male met een dergelijke klacht kwam, ontstond bij Jures Techniek het vermoeden dat het hier om meer dan een eenmalig incident ging en heeft zij besloten om over te gaan tot het installeren van een GPS systeem in, althans zo begrijpt de kantonrechter, alle bedrijfwagens.
Naar het oordeel van de kantonrechter is het gebruikmaken van een dergelijk systeem geen onredelijk middel, nu Jures Techniek een gerechtvaardigd belang had om te weten of de door haar werknemers op de werkbonnen genoteerde tijden overeenstemden met de werkelijkheid. Er kan daarenboven niet of nauwelijks gesproken worden van een ontoelaatbare inbreuk op de privacy van de werknemers, nu het betreffende systeem slechts registreerde waar de door de werknemers gebruikte bedrijfsauto's zich tijdens de werktijd bevonden. Veel meer dan de in veel bedrijven gehanteerde prikklok betreft het in casu derhalve niet.
3.3 Jures Techniek heeft een grote hoeveelheid voorbeelden aangedragen, waaruit blijkt van verschillen tussen de door het GPS systeem geregistreerde tijden en de door verweerder op de werkbonnen ingevulde werktijden.
Het verweer van verweerder tegen de aldus vastgestelde door verweerder foutief ingevulde werkbonnen is enerzijds dat het hier slechts incidentele gevallen betrof en anderzijds dat het binnen de onderneming gewoonte was om de bonnen niet tot op de minuut nauwkeurig in te vullen.
Dat het hier slechts incidentele gevallen betrof wordt gelogenstraft door de lijst van maar liefst 17 onregelmatigheden over een periode van slechts drie maanden. Daarenboven gaat het in veel gevallen niet om verschillen van slechts enkele tot tien minuten, maar zelfs over verschillen van een uur of meer. Aldus kan men ook niet langer volstaan met een verwijzing naar een bedrijfscultuur dat de werkbonnen niet tot op de minuut nauwkeurig worden ingevuld. Ook de door verweerder ter terechtzitting gemaakte opmerking dat hij op de werkbonnen standaard 08.00 uur als begintijd voor iedere werkdag invulde is onjuist, nu uit de bonnen vaak anders blijkt.
De grote verschillen in de GPS registratiegegevens en de door verweerder genoteerde tijden valt ook niet, althans ruim onvoldoende te verklaren door het aangevoerde verschil in opvatting over de duur van de middagpauze en het gestelde moeten stilstaan op parkeerplaatsen e.d. om de administratie bij te werken. Voor wat betreft dat laatste is onduidelijk wat verweerder bedoelt met het bijwerken van de administratie, nu er naast het bij de opdrachtgevers invullen van de werkbonnen geen verdere administratieve handelingen nodig zijn waar verweerder mee gemoeid zou zijn.
3.4 Nu zelfs bij een in het kader van een procedure als de onderhavige plaatsgevonden summiere beoordeling van de door Jures Techniek aangedragen bewijsstukken moet worden vastgesteld dat verweerder gedurende enkele maanden de werkbonnen niet naar waarheid heeft ingevuld, resteert nog de vraag of zulks oplevert een gewichtige reden, welke tot een ontbinding van de arbeidsovereenkomst dient te leiden.
Verweerder vraagt zich daarbij af waarom collega werknemers, die op enigerlei wijze betrokken waren bij het onjuist invullen van de werkbonnen, er met een berisping van af kwamen, terwijl hij op staande voet werd ontslagen.
Verweerder miskent hierbij echter zijn positie binnen het bedrijf. Als bedrijfsleider had hij een voorbeeldfunctie en in dat kader mogen de geconstateerde omissies hem sterk worden aangerekend. De directeur dient blindelings te kunnen vertrouwen op haar bedrijfsleider.
Dit betekent dan ook dat de vastgestelde onregelmatigheden in combinatie tot de vooraanstaande positie van verweerder binnen het bedrijf leiden tot de vaststelling dat er hier sprake is van een gewichtige reden, bestaande in een dringende reden, welke tot een -voorwaardelijke- ontbinding van de arbeidsovereenkomst dient te leiden
Nu de arbeidsovereenkomst zal worden ontbonden op grond van een dringende reden is er ook geen plaats voor een eventuele toekenning van een vergoeding aan verweerder.
3.5 Met het oog op de omstandigheid dat er hier sprake is van een voorwaardelijk ontbindingsverzoek, acht de kantonrechter termen aanwezig de proceskosten te compenseren.
4. De beslissing
De kantonrechter:
- ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen voor zover deze nog zou bestaan per
1 september 2010;
Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 augustus 2010 door
mr. P.G.Th. Lindeman - Verhaar , kantonrechter te 's-Hertogenbosch, in tegenwoordigheid van de griffier..