RECHTBANK ’s-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
rekestnummers: 225125 / FT RK 11.89 en 225126 / FT RK 11.90
uitspraakdatum: 3 februari 2011
bevel in te stemmen met schuldregeling
[verzoeker],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
hierna te noemen: verzoeker,
[verzoekster],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
hierna te noemen: verzoekster,
1. Transport en Logistiek Nederland,
gevestigd en kantoorhoudende te 2719 DA Zoetermeer, Boris Pasternaklaan 22,
correspondentieadres: Postbus 3008, 2700 KS Zoetermeer,
vertegenwoordigd door LAVG, vestiging Roosendaal te Postbus 1582, 4700 BN Roosendaal,
hierna te noemen: Transport en Logistiek Nederland,
2. Sperwer B.V.,
correspondentieadres: Postbus 170, 5460 AD Veghel,
vertegenwoordigd door Deurwaarder Van Druten te Postbus 170, 5460 AD Veghel,
hierna te noemen: Sperwer,
3. Onderlinge waarborgmaatschappij TVM U.A.,
gevestigd en kantoorhoudende te Van Limburg Stirumstraat 250, 7901 AW Hoogeveen,
correspondentieadres: Postbus 130, 7900 AC Hoogeveen,
vertegenwoordigd door LAVG Gerechtsdeurwaarders te Postbus 774, 9700 AT Groningen,
hierna te noemen: TVM,
4. Manitou Benelux,
gevestigd en kantoorhoudende te Chausse de Wavre Z.I., B-13 60 Perwez,
vertegenwoordigd door Atradius te Postbus 35, 7730 AA Ommen,
hierna te noemen: Manitou Benelux,
5. Bos Trailer Verhuur B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Hanzeweg 12, 3771 NG Barneveld,
hierna te noemen: Bos Trailor Verhuur,
6. Natuals,
gevestigd en kantoorhoudende te Postbus 10036, 2400 VB Alphen aan den Rijn,
vertegenwoordigd door Webcasso B.V. te Postbus 511, 3190 AL Rotterdam,
hierna te noemen: Natuals.
1.1. Verzoekers hebben tegelijk met een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling een verzoek op grond van artikel 287a lid 1 Faillissementswet (“Fw”) ingediend om Transport en Logistiek Nederland, Sperwer, TVM, Manitou Benelux, Bos Trailer Verhuur, en Natuals, zijnde schuldeisers die weigeren mee te werken aan een namens verzoekers aangeboden schuldregeling, te bevelen in te stemmen met deze schuldregeling, zulks uitvoerbaar bij voorraad.
1.2. Bos Trailer Verhuur, Manitou Benelux, en TVM, hebben bij faxbrieven van 25, 26 en 31 januari 2011 bericht dat zij alsnog akkoord zijn gegaan met de door verzoekers aangeboden schuldregeling.
1.3. De verzoeken zijn op 1 februari 2011 ter zitting behandeld. Ter zitting zijn verzoekers verschenen. Namens Sperwer is mr. A.J. Aldenhoven ter zitting verschenen. Transport en Logistiek Nederland en Natuals zijn, hoewel daartoe deugdelijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.
1.4. Van verzoekers zijn op 2 en 3 februari 2011 nadere stukken ontvangen.
2.1. Verzoekers hebben op 29 juli 2010 een schuldregeling aangeboden aan 26 schuldeisers. De schuldregeling verwijst naar een berekening van een vrij te laten bedrag en houdt het navolgende in:
“Jaarlijks zal er een hercontrole plaatsvinden, waarbij het vtlb wordt herberekend. Alle inkomsten van schuldenaar boven het vtlb worden maandelijks gereserveerd met een minimum van de NVVK-norm en na de jaarlijkse hercontrole aan u uitbetaald.”
2.2. Op basis van de ten tijde van de behandeling van het verzoek geldende situatie, kan na 36 maanden aan schuldeisers 12,62% van hun vorderingen worden voldaan.
3.1. Transport en Logistiek Nederland en Natuals hebben geen inhoudelijk verweer gevoerd.
3.2. Sperwer heeft ter zitting – beknopt weergeven - aangevoerd dat verzoeker te lang is doorgegaan met het voeren van zijn onderneming. Hij heeft het vertrouwen van Sperwer misbruikt door zonder betaling van Sperwer brandstof af te nemen, terwijl hij wist van zijn slechte financiële situatie. Voorts is aangevoerd dat verzoekers zich ondanks diverse beslagen niet aan de daaruit volgende verplichtingen hebben gehouden, in verband waarmee Sperwer vreest dat van een niet wettelijke regeling als de door verzoekers aangeboden schuldregeling weinig terecht zal komen. Aldus Sperwer.
4.1. Uit het dossier en het verhandelde ter zitting, blijkt het navolgende.
4.1.1. Uit het verzoekschrift blijkt dat verzoekers vorderingen onbetaald laat voor een totaalbedrag van € 272.944,17, waaronder een vordering van Transport en Logistiek Nederland ten bedrage van € 1.179,24, een vordering van Sperwer ten bedrage van € 23.526,36 en een vordering van Natuals ten bedrage van € 85,22.
4.1.2. Tot de schuldenlast van verzoekers behoren een vordering van [ouders verzoeker] (ouders van verzoeker) ten bedrage van € 35.000,00 en een vordering aan [ouders van verzoekster] (ouders van verzoekster) ten bedrage van € 52.226,85. Het bestaan van deze schulden is door verzoekers genoegzaam aangetoond, middels een door verzoekers en hun ouders ondertekende overeenkomst en andere overgelegde stukken.
4.1.3. De schulden van verzoekers zijn ontstaan tijdens de werkzaamheden van verzoeker als zelfstandig ondernemer van een vrachtvervoersbedrijf V.O.F. J.T.O. Door de recessie werd de handel in het vrachtvervoer minder, waarna voor verzoeker eind 2008 duidelijk werd dat hij zijn werkzaamheden als zelfstandig ondernemer beter kon beëindigen. Verzoekers hebben gepoogd met het aangaan van leningen en bijstand van derden met hun schuldeisers een schikking te treffen, maar zijn daarin uiteindelijk niet in geslaagd, omdat van één van de schuldeisers, te weten Sperwer, geen instemming kon worden verkregen. Met ingang van 3 februari 2009 is het vrachtvervoersbedrijf V.O.F. J.T.O. opgeheven. Niet is gebleken van aanknopingspunten dat verzoeker daarmee te lang zou hebben gewacht. Voorts zijn door Bedrijfs Juridisch Advieskantoor Van Kessel B.V. de schulden van verzoekers geïnventariseerd en zijn zij doorverwezen naar het Centraal Meldpunt Schuldhulpverlening Uden. Door voormeld meldpunt is ten behoeve van verzoekers het traject voor een minnelijke regeling opgestart.
4.1.4. Verzoeker werkt op basis van een half jaar contract, 50 uur per week. Verzoeker werkt dit aantal uren om de parttime werkweek van zijn echtgenote enigszins te compenseren. Gelet op het werkaanbod verwacht verzoeker dat in de komende drie jaren zijn contract zal worden verlengd en dat in zijn inkomsten gedurende deze jaren geen wijzigingen zullen optreden. Verzoekster heeft een vaste aanstelling en werkt 16 uur per week. Verzoekster heeft goede hoop dat haar verzoek om meer uren bij haar werkgever te gaan werken over enige tijd zal worden gehonoreerd. Door de rechtbank is ten aanzien van verzoekster uitdrukkelijk de voorwaarde gesteld dat zij zich dient in te blijven zetten om fulltime werkzaam te zijn.
4.2. Ingevolge artikel 287a lid 5 Fw kan een verzoek als het onderhavige worden toegewezen indien Transport en Logistiek Nederland, Sperwer, en Natuals in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de voorgestelde schuldregeling hebben kunnen komen, in aanmerking genomen de onevenredigheid tussen het belang dat Transport en Logistiek Nederland, Sperwer en Natuals hebben bij de uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en het belang van verzoekers en/of van de overige schuldeisers die door die weigering worden geschaad.
4.3. Uitgangspunt is dat het iedere schuldeiser vrij staat om te verlangen dat zijn vordering volledig wordt voldaan. Nu de aangeboden regeling voorziet in een lagere uitkering staat het belang van Transport en Logistiek Nederland, Sperwer, en Natuals bij weigering van instemming met de schuldregeling vast. Het effect van het niet slagen van een schuldregeling zal zijn dat verzoekers mogelijk in het kader van een schuldsaneringsregeling onder toezicht wordt geplaatst van een door de rechtbank aangestelde onafhankelijke bewindvoerder, die erop toeziet dat verzoekers zich maximaal inspannen om hun schuldeisers zoveel mogelijk te voldoen.
4.4. Aanvaarding van het akkoord zal mogelijk tot gevolg hebben dat Transport en Logistiek Nederland, Sperwer en Natuals ieder afzonderlijk een betaling van 12,62% van haar vordering tegemoet kan zien. Verzoekers hebben daarbij het voorbehoud gemaakt dat eerst na afloop van de schuldregeling de definitieve afkoopsom kan worden vastgesteld, omdat het aangeboden akkoord een prognoseaanbod betreft. Uit de toelichting van verzoekers ter zitting is voldoende aannemelijk geworden dat de toekomstige afloscapaciteit van verzoekers eerder zal toenemen dan dalen. Over de te verwachten afkoopsom bestaat derhalve voldoende duidelijkheid. Er zijn onvoldoende aanwijzingen om aan te nemen dat verzoekers zich niet zullen houden aan de in het kader van het prognose akkoord door de gemeente gestelde voorwaarden en meer in het bijzonder de verplichting zich in dat kader maximaal in te spannen om hun schuldeisers zoveel mogelijk te voldoen. Het voorgaande wordt niet anders doordat Sperwer heeft gesteld dat de werkgever van verzoekers, nadat Sperwer conservatoir beslag had gelegd, niet direct is overgegaan tot betaling van een deel van het loon aan de deurwaarder. Niet aannemelijk is dat verzoekers hierop enige invloed hebben gehad. Daarnaast is vast komen te staan dat Sperwer al vanaf begin 2010 de volledige afloscapaciteit van verzoekers int, zodat zij inmiddels aanzienlijk meer heeft ontvangen dan de overige schuldeisers.
4.5. Het is onvoldoende aannemelijk geworden dat verzoekers jegens Sperwer onrechtmatig hebben gehandeld, door brandstof af te nemen op een moment dat zij wisten dat de kosten daarvan niet konden worden voldaan. Hierbij is van belang dat verzoekers (onweersproken) hebben verklaard dat zij Sperwer op de hoogte hebben gehouden van de betalingsproblemen. De betalingen aan Sperwer vonden plaats via automatische incasso’s. Deze automatische incasso’s werden op enig moment door de bank gestorneerd. Hierdoor en niet door een handelen van verzoekers, heeft de betalingsachterstand aan Sperwer kunnen ontstaan. Sperwer is vervolgens overgegaan tot het leggen van beslag.
4.6. Het belang van de overige schuldeisers bij het slagen van de schuldregeling is erin gelegen dat zij sneller een aflossing krijgen dan via de schuldsaneringsregeling. Immers bij de schuldsaneringsregeling wordt pas na afloop van de reguliere looptijd van drie jaar aan de schuldeisers uitgekeerd, terwijl in de aangeboden schuldregeling tussentijdse uitkeringen zullen worden gedaan. In het onderhavige geval ontvangt op dit moment uitsluitend Sperwer, via een door haar gelegd beslag, betalingen op haar vordering. Dit terwijl Sperwer nog geen 10% van de schuldenlast van verzoekers vertegenwoordigt. Het belang van de gezamenlijke schuldeisers is erin gelegen dat Sperwer alsnog instemt met de schuldenregeling. Daar komt bij dat verzoekers al eerder een aanbod hebben gedaan aan de schuldeisers, welk aanbod eveneens door Sperwer werd verworpen. Het gevolg hiervan is geweest dat verzoekers hun woning hebben moeten verkopen en verdere schulden zijn ontstaan.
4.7. Gelet op al het vorenstaande zal de rechtbank het verzoek ex artikel 287a lid 1 Fw toewijzen. Derhalve komt de rechtbank niet meer toe aan de beoordeling van het (subsidiaire) verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
- beveelt Transport en Logistiek Nederland, Sperwer, en Natuals in te stemmen met de aangeboden schuldregeling;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar voorraad.
Deze beslissing is gegeven door mr. P.J. Neijt en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 3 februari 2011 in tegenwoordigheid van de griffier.