ECLI:NL:RBSHE:2011:BP4903
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Heimelijk filmen van leerlingen en ontuchtige handelingen door zang- en pianoleraar
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 18 februari 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een zang- en pianoleraar die beschuldigd werd van het heimelijk filmen van zijn leerlingen en het plegen van ontuchtige handelingen. De verdachte, geboren in 1962, werd beschuldigd van meerdere feiten die zich hebben voorgedaan tussen 1 januari 2003 en 26 oktober 2010. De tenlastelegging omvatte onder andere het maken van videobeelden van een slapend meisje tussen de vier en acht jaar oud, waarbij de verdachte de onderbroek van het meisje opzij deed en haar schaamlippen betastte. Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van het seksueel binnendringen van het lichaam van een onbekend gebleven meisje en het dwingen van meerdere meisjes tot het dulden van ontuchtige handelingen onder het mom van zang- en pianolessen.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de feiten. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 20 maanden geëist, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en een verbod op het geven van zang- en pianolessen aan huis gedurende de proeftijd. De rechtbank legde uiteindelijk een gevangenisstraf op van 10 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en een verbod op het geven van lessen aan minderjarigen gedurende 3 jaar. De rechtbank oordeelde dat de verdachte door zijn handelen het vertrouwen van zijn leerlingen en hun ouders ernstig had beschaamd en dat zijn daden een grote impact hadden op de slachtoffers. De rechtbank hield rekening met de licht verminderd toerekeningsvatbaarheid van de verdachte, zoals vastgesteld door een psycholoog, en de ernst van de gepleegde feiten.