ECLI:NL:RBSHE:2011:BR0656

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
727217
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen beslissing officier van justitie over parkeren op taxistandplaats

In deze zaak gaat het om een beroep tegen de beslissing van de officier van justitie, waarbij de verdachte, die zijn auto op een taxistandplaats had geparkeerd, werd beboet. De verdachte had geparkeerd op deze plek omdat de invalidenparkeerplaatsen bezet waren, en hij had een gehandicaptenparkeerkaart voor zijn terminaal zieke echtgenote. De zaak werd behandeld door de kantonrechter te 's-Hertogenbosch op 22 juni 2011, waar de verdachte zijn beroepschrift toelichtte. De officier van justitie verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren, verwijzend naar het relaas van de verbalisant.

De kantonrechter oordeelde dat de verdachte ontvankelijk was in zijn beroep, maar dat het parkeren op een taxistandplaats, ondanks de omstandigheden, niet gerechtvaardigd was. De kantonrechter merkte op dat de verbalisant geen informatie had verstrekt over de wijze van parkeren, maar dat het vaststond dat de verdachte op een taxistandplaats had geparkeerd, wat een overtreding was volgens feitcode R397D. De kantonrechter wijzigde de verweten gedraging en verklaarde het beroep voor het overige ongegrond.

De beslissing werd op 6 juli 2011 openbaar uitgesproken door de kantonrechter, die de feitcode wijzigde in R397D. De verdachte werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Leeuwarden, onder bepaalde voorwaarden. De zaak benadrukt de noodzaak voor verbalisanten om gedetailleerde informatie te verstrekken bij het opleggen van sancties, maar bevestigt ook dat de omstandigheden van de verdachte niet voldoende waren om de overtreding te rechtvaardigen.

Uitspraak

RECHTBANK ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht, afdeling Kanton, locatie ‘s-Hertogenbosch
CJIB-NUMMER: [nummer]
ZAAK nr: 727217
MU VERZ : 10-625
De kantonrechter te ’s-Hertogenbosch.
Op 26 augustus 2010 is op het parket van de officier van justitie te Utrecht een beroepschrift ingekomen van
[Betrokkene],
geboren op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het beroep is gericht tegen de beslissing van de officier van justitie in het arrondissement ’s Hertogenbosch d.d. 21 juli 2010 ter zake de gedraging:
parkeren op een parkeergelegenheid op andere dan aangegeven wijze, gepleegd te
's-Hertogenbosch, Nieuwstraat op 12 mei 2010 te 14.39 uur met een personenauto met kenteken [kenteken].
DE BEHANDELING
Betrokkene is in de gelegenheid gesteld om op de openbare mondelinge behandeling van 22 juni 2011 de inhoud van het beroepschrift nader toe te lichten.
Betrokkene heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt.
Het openbaar ministerie is op de openbare mondelinge behandeling verschenen.
De officier van justitie
De officier van justitie verzoekt de kantonrechter, gelet op het relaas van verbalisant,¬ het beroep ongegrond te verklaren.
De overwegingen
Betrokkene is tijdig in beroep gegaan.
Betrokkene heeft zekerheid gesteld.
Betrokkene is ontvankelijk in zijn/haar beroep.
De gronden:
Betrokkene voert in zijn beroepschrift o.a. aan: “(…) Ook blijkt dit uit de door de verbalisant genomen foto: ik stond (op de juiste wijze) geparkeerd op een voor taxi’s bestemde parkeerplaats, en dit is een overtreding met feit code R397D.
(…) Mijn terminaal zieke echtgenote was een dag tevoren plotseling in het aan de Nieuwstraat te ’s-Hertogenbosch gelegen Jeroen Bosch ziekenhuis opgenomen. Zij was die dag operatief behandeld en mijn aanwezigheid was dringend gewenst. Voor mijn echtgenote beschikken wij over een gehandicapten parkeerkaart. Maar helaas, alle invalidenparkeerplaatsen waren bezet o.a. door –en helaas kan ik dat niet bewijzen – een tweetal taxi’s. En hoewel ik mij ervan bewust ben dat dat mij niet het rechtgeeft om een taxi parkeerplaats te gebruiken heb ik dat, gezien de omstandigheden, wel gedaan en genoemde gehandicaptenparkeerkaart op van buiten zichtbare plaats op het dashboard van mijn auto gelegd.”
De beoordeling:
Indien een verbalisant een sanctie oplegt ter zake het op een andere dan de aangegeven wijze parkeren dient hij te vermelden op welke wijze dan wel werd geparkeerd. De kantonrechter acht het niet juist dat de verbalisant wat dat betreft geen enkele informatie verschaft.
Inmiddels staat wel vast dat appellant op een taxistandplaats heeft geparkeerd, wat een gedraging is met feitcode R397D.
De kantonrechter is van oordeel dat het parkeren op een taxistandplaats geen omstandigheid is waar rekening mee gehouden dient te worden, zeker nu er geen spoed was. Zijn echtgenote was immers een dag eerder opgenomen en betrokkene kwam ‘slechts’ op bezoek. De gehandicaptenparkeerkaart is overigens niet bedoeld voor parkeren door betrokkene terwijl zijn echtgenote er niet bij is.
De kantonrechter wijzigt de verweten gedraging in die zin dat deze komt te luiden: een voertuig parkeren op een parkeergelegenheid, terwijl blijkens de aanduiding onder het bord, dat voertuig niet behoort tot de aangegeven categorie of groep van voertuigen (feitkode R397D) en verklaart het beroep voor het overige ongegrond.
De beslissing
Wijzigt de feitcode in R397D en verklaart het beroep voor het overige ongegrond.
Op 6 juli 2011 gewezen en in het openbaar uitgesproken door mr. W.P.C.G. Derksen,
kan¬ton¬rechter te 's-Hertogenbosch in tegen¬woordigheid van de grif¬fier.
De griffier, De kantonrechter,
verzenddatum:
Bent u het met de beslissing op uw beroep niet eens, dan kunt u binnen zes weken na de hierboven vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden, doch alleen indien:
de bij deze beslissing opgelegde administratieve sanctie meer dan € 70,-- bedraagt, of
het beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat de zekerheid niet (tijdig) is gesteld of
het beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat de beroepstermijn is overschreden.
U stelt hoger beroep in door binnen 6 weken na de verzenddatum van deze beslissing een beroepschrift te sturen naar de rechtbank te ’s-Hertogenbosch sector strafrecht, afdeling mulderzaken, postbus 70584, 5201 CZ ’s-Hertogenbosch.
In het beroepschrift geeft u aan waarom u het niet eens bent met de beslissing van de kantonrechter.
Uw beroepschrift wordt met uw dossier naar het gerechtshof te Leeuwarden gestuurd.
De procedure bij het gerechtshof te Leeuwarden verloopt geheel schriftelijk, behalve als u in uw beroepschrift duidelijk aangeeft dat u uw standpunt mondeling wil toelichten.
Denkt u eraan het beroepschrift te ondertekenen en indien nodig een schriftelijke machtiging bij te voegen?