RECHTBANK ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht, afdeling Kanton, locatie ‘s-Hertogenbosch
CJIB-NUMMER: [nummer]
ZAAK nr: 729242
MU VERZ : 10-650
De kantonrechter te ’s-Hertogenbosch.
Op 7 september 2010 is op het parket van de officier van justitie te Utrecht een beroepschrift ingekomen van
[betrokkene],
geboren op [adres],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het beroep is gericht tegen de beslissing van de officier van justitie in het arrondissement ’s Hertogenbosch d.d. 21 juli 2010 ter zake de gedraging:
geen voorrang verlenen bij voorrangsweg, gepleegd te Vught, Boxtelseweg op 18 februari 2010 te 09.20 uur met een personenauto met onbekend kenteken .
DE BEHANDELING
Betrokkene is in de gelegenheid gesteld om op de openbare mondelinge behandeling van 22 juni 2011 de inhoud van het beroepschrift nader toe te lichten.
Betrokkene heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt.
Het openbaar ministerie is op de openbare mondelinge behandeling verschenen.
De officier van justitie
De officier van justitie verzoekt de kantonrechter, gelet op het relaas van verbalisant,¬ het beroep ongegrond te verklaren.
De overwegingen
Betrokkene is tijdig in beroep gegaan.
Betrokkene heeft zekerheid gesteld.
Betrokkene is ontvankelijk in zijn beroep.
De gronden van het beroep:
Betrokkene voert in zijn beroepschrift o.a. aan: “(…) Het was om te beginnen erg mistig op deze ochtend toen ik kwam aanrijden op de kruising, ik zag daardoor de aankomende auto niet op tijd, ook omdat deze geen verlichting aan had. Toen ik de auto wel opmerkte was ik al aan het optrekken en kon ik een aanrijding alleen voorkomen door nog wat gas bij te geven want als ik op dat moment nog had moeten remmen had ik midden op de kruising stil gestaan en was een ongeluk onvermijdelijk geweest.(…) Kortom ik moest op dat moment kiezen tussen de verkeersovertreding en een ongeluk ik heb voor de eerste optie gekozen om materiële en eventuele lichamelijke schade te voorkomen.”
De beoordeling:
De kantonrechter overweegt als volgt:
Vast staat dat de gedraging is verricht. Dat blijkt uit de aangeleverde gedragsgegevens en uit het feit dat betrokkene de gedraging heeft erkend. Uit de gedragsgegevens blijkt tevens dat de verbalisant heeft geconstateerd dat betrokkene met een zodanige snelheid op de kruising kwam aangereden dat hij geen voorrang meer kon verlenen. Degene die geen voorrang kreeg moest stevig remmen om een aanrijding te voorkomen.
Betrokkene geeft aan dat hij, toen hij de auto opmerkte, een aanrijding alleen kon voorkomen door extra gas bij te geven.
De kantonrechter is van oordeel dat het meer in de rede had gelegen wanneer betrokkene bij het naderen van de kruising juist extra voorzichtigheid had betracht vanwege de mist. Hij liep immers het risico dat hij pas in een laat stadium andere verkeersdeelnemers zou zien.
Gezien de aangevoerde gronden van betrokkene afgewogen tegen de constatering van de verbalisant, is de kantonrechter van oordeel dat het beroep ongegrond dient te worden verklaard.
De beslissing
Verklaart het beroep ongegrond.
Op 6 juli 2011 gewezen en in het openbaar uitgesproken door mr. W.P.C.G Derksen,
kan¬ton¬rechter te 's-Hertogenbosch in tegen¬woordigheid van de grif¬fier.
De griffier, De kantonrechter,
verzenddatum:
Bent u het met de beslissing op uw beroep niet eens, dan kunt u binnen zes weken na de hierboven vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden, doch alleen indien:
de bij deze beslissing opgelegde administratieve sanctie meer dan € 70,-- bedraagt, of
het beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat de zekerheid niet (tijdig) is gesteld of
het beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat de beroepstermijn is overschreden.
U stelt hoger beroep in door binnen 6 weken na de verzenddatum van deze beslissing een beroepschrift te sturen naar de rechtbank te ’s-Hertogenbosch sector strafrecht, afdeling mulderzaken, postbus 70584, 5201 CZ ’s-Hertogenbosch.
In het beroepschrift geeft u aan waarom u het niet eens bent met de beslissing van de kantonrechter.
Uw beroepschrift wordt met uw dossier naar het gerechtshof te Leeuwarden gestuurd.
De procedure bij het gerechtshof te Leeuwarden verloopt geheel schriftelijk, behalve als u in uw beroepschrift duidelijk aangeeft dat u uw standpunt mondeling wil toelichten.
Denkt u eraan het beroepschrift te ondertekenen en indien nodig een schriftelijke machtiging bij te voegen?