ECLI:NL:RBSHE:2011:BR1385

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
764028
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot onderbewindstelling van erfdeel wegens gebrek aan geestelijke of lichamelijke toestand

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 11 juli 2011 uitspraak gedaan over een verzoek tot onderbewindstelling van het erfdeel van mevrouw [D]. Het verzoek werd ingediend door de heer [D], die zich zorgen maakte dat de rechthebbende, mevrouw [D], haar erfenis zou 'opmaken aan zaken als vakanties en etentjes'. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 juni 2011 waren zowel de verzoeker als de rechthebbende aanwezig, evenals de gemachtigde van de rechthebbende, mr. J.F.C. Schnitzler. De gemachtigde voerde aan dat voor een onderbewindstelling sprake moet zijn van een lichamelijke of geestelijke toestand die de rechthebbende belemmert in het zelfstandig behartigen van haar financiële belangen. Dit argument werd echter niet door de verzoeker naar voren gebracht.

De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift dat op 7 juni 2011 was ingediend, en van het verhandelde ter zitting. De rechter heeft vastgesteld dat uit de stukken en het verhandelde niet aannemelijk is geworden dat de rechthebbende als gevolg van een lichamelijke of geestelijke toestand niet in staat is haar vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen. Hierdoor heeft de kantonrechter besloten het verzoek tot onderbewindstelling af te wijzen. De beschikking is openbaar uitgesproken door de kantonrechter in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Kanton, locatie Eindhoven
Beschikking op een verzoek tot instelling van een meerderjarigenbewind
op verzoek van:
de heer [D],
wonende [[plaats],
Hierna ook te noemen verzoeker.
De procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van het op 7 juni 2011 ter griffie ingekomen verzoekschrift met bijlagen.
Op 27 juni 2011 heeft een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden, waarbij aanwezig waren:
* de heer [D], verzoeker voornoemd;
* mevrouw [D], geboren te [plaats] op 5 april 1992, wonende te [adres], hierna te noemen rechthebbende;
* mr. J.F.C. Schnitzler, advocaat, werkzaam ten kantore van Schaeken en Schnitzler Advocaten, gevestigd te 5520 AD Eersel, Postbus 171, gemachtigde van rechthebbende.
Van het verhandelde ter zitting zijn aantekeningen gemaakt door de griffier.
Het verzoek
Het verzoek strekt - kort weergegeven - tot instelling van een bewind over het aan mevrouw [D], geboren te [plaats] op 5 april 1992, wonende te [adres] toekomende erfdeel van mevrouw [H], geboren op 13 mei 1960 en overleden op 6 april 1992.
Voorgesteld wordt tot bewindvoerder te benoemen: de heer [D], geboren op 19 februari 1958, wonende [adres].
De voorgestelde bewindvoerder is bereid een eventuele benoeming te aanvaarden.
De beoordeling
Tijdens de zitting geeft verzoeker aan, dat hij onderbewindstelling van het aan rechthebbende toekomende erfdeel verzoekt, omdat hij bevreesd is, dat rechthebbende de erfenis zal "opmaken aan zaken als vakanties en etentjes".
De gemachtigde van rechthebbende voert ter zitting aan dat voor een onderbewindstelling er bij rechthebbende sprake moet zijn van een lichamelijke of geestelijke toestand, waardoor zij niet in staat zou zijn, haar financiële belangen naar behoren zelfstandig te kunnen behartigen.
Dit argument wordt niet door verzoeker naar voren gebracht.
Uit de stukken noch uit het verhandelde ter zitting is aannemelijk geworden dat de rechthebbende als gevolg van een lichamelijke of geestelijke toestand niet in staat is ten volle haar vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen. Dit brengt met zich dat de kantonrechter het onderhavige verzoek zal afwijzen.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2011 door
mr. W.P.C.G. Derksen, kantonrechter te Eindhoven, in tegenwoordigheid van de griffier.