ECLI:NL:RBSHE:2011:BT8979
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.B.M. Bruens
- M.Th. van Vliet
- W.T.A.M. Verheggen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van wederrechtelijke vrijheidsberoving
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 28 oktober 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van medeplegen en medeplichtigheid aan wederrechtelijke vrijheidsberoving. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken, omdat zij van oordeel was dat de verklaringen van twee van de drie aangevers ongeloofwaardig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat, zelfs als de verklaring van de derde aangever als geloofwaardig werd beschouwd, er onvoldoende bewijs was om tot een veroordeling te komen. De zaak was aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 28 juli 2009, waarbij de verdachte werd beschuldigd van het wederrechtelijk beroven van de vrijheid van een slachtoffer in de periode van 1 tot en met 2 februari 2009 te 's-Hertogenbosch. De rechtbank heeft de aangiftes van de aangevers, die geruime tijd na het vermeende delict zijn opgenomen, als onbetrouwbaar beoordeeld. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat de aangevers bij de rechter-commissaris en ter terechtzitting onder ede hebben verklaard dat hun aangiftes verzonnen waren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen, en heeft hem daarom vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.