ECLI:NL:RBSHE:2011:BY7517
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.M. Tadic
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake WOZ-waarde door gebrek aan belanghebbendheid
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 5 december 2011 uitspraak gedaan in een WOZ-beroepsprocedure. Eiser, vertegenwoordigd door mr. M.B.A.C. van WOZ-specialisten, heeft beroep ingesteld tegen de vastgestelde WOZ-waarde van een onroerende zaak in Eindhoven, die door de heffingsambtenaar was vastgesteld op € 345.000 per waardepeildatum 1 januari 2009. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat de belastingaanslag aan een andere persoon, [naam A], was opgelegd en niet aan eiser zelf. Volgens artikel 26a, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen kan alleen de belanghebbende aan wie de belastingaanslag is opgelegd, beroep instellen. Dit betekent dat eiser niet als belanghebbende kan worden aangemerkt en derhalve niet in zijn beroep kan worden ontvangen.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de machtiging die door de gemachtigde van eiser ter zitting werd overgelegd, niet kan leiden tot herstel van het gebrek in belanghebbendheid. De machtiging was namelijk gedateerd op 29 augustus 2011, wat ruim zeven maanden na het verstrijken van de beroepstermijn was. Bovendien was het onduidelijk of de machtiging betrekking had op de specifieke WOZ-waarde waar het beroep op was gebaseerd. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat het eiser vrijstaat om een verzoek in te dienen voor een nieuwe, voor bezwaar vatbare beschikking op grond van artikel 28, eerste lid, van de Wet WOZ.
Tot slot heeft de rechtbank geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch of beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden, mits de wederpartij daarmee schriftelijk instemt.