In deze zaak, uitgesproken op 10 oktober 2012 door de Rechtbank 's-Hertogenbosch, gaat het om een vordering van AEGON Schadeverzekering N.V. tegen een gedaagde, die in verband met een onverschuldigde betaling van € 9.214,94 en bijkomende kosten in geschil is. De rechtbank heeft vastgesteld dat AEGON zonder rechtsgrond tot deze schadeuitkering is overgegaan, en heeft de gedaagde veroordeeld tot terugbetaling van het bedrag, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 30 augustus 2006.
De procedure begon met een tussenvonnis op 11 april 2012, waarin de gedaagde werd toegelaten tot tegenbewijs tegen de stelling dat hij in 2006 een verkeerde of valse opgave had gedaan met betrekking tot een Sebring uitlaat. Tijdens het getuigenverhoor zijn verklaringen afgelegd door getuige [getuige], die betrokken was bij de verkoop van de uitlaat. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde er niet in was geslaagd het vermoeden van een verkeerde opgave te ontzenuwen.
De rechtbank concludeerde dat de gedaagde de Sebring uitlaat in november 2003 heeft ingeruild, wat in strijd was met zijn eerdere verklaringen. De rechtbank heeft de vorderingen van AEGON toegewezen, inclusief de kosten van onderzoek en beslaglegging, maar heeft de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten afgewezen. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten, die op € 2.997,81 zijn begroot.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank heeft het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. L.G.J.M. van Ekert.