ECLI:NL:RBSHE:2012:BV1551
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.A.M. Penders
- Rechtspraak.nl
Toerekening van betalingen door deurwaarder bij meerdere schuldeisers
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 19 januari 2012 uitspraak gedaan in een incassoprocedure tussen De Friesland Zorgverzekeraar N.V. en een debiteur. De Friesland vorderde betaling van een bedrag van € 644,44, vermeerderd met rente en kosten, omdat de debiteur een ziektekostenverzekeringsovereenkomst had gesloten en nog een bedrag van € 513,77 openstond. De debiteur had echter eerder een bedrag van € 700,-- overgemaakt aan de deurwaarder, zonder aan te geven op welke vordering deze betaling betrekking had. De deurwaarder had vervolgens deze betaling in mindering gebracht op een andere vordering van een andere schuldeiser, wat leidde tot een geschil over de toerekening van de betaling.
De kantonrechter oordeelde dat artikel 6:43 BW de deurwaarder niet de bevoegdheid geeft om zelf te bepalen op welke vordering een betaling wordt afgeboekt, wanneer de debiteur niet aangeeft op welke verbintenis de betaling betrekking heeft. Deze mogelijkheid tot toerekening geldt alleen bij meerdere verbintenissen jegens dezelfde schuldeiser. Aangezien de deurwaarder vorderingen voor verschillende schuldeisers incasseerde, was het niet aan de deurwaarder om de betaling toe te rekenen. De debiteur had bij de eerste gelegenheid aangegeven dat de betaling van € 740,21 betrekking had op de vordering van De Friesland, en de rechter concludeerde dat deze vordering als voldaan moest worden beschouwd.
De vordering van De Friesland werd afgewezen, en de rechtbank veroordeelde De Friesland in de proceskosten aan de zijde van de debiteur. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor deurwaarders om duidelijkheid te verkrijgen van debiteuren over de toerekening van betalingen, vooral wanneer er meerdere vorderingen zijn.