RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector strafrecht, afdeling kanton, locatie Eindhoven
CJIB-nummer : [nummer].
Zaaknummer : 782414.
MU-nummer : 11-938.
WET ADMINISTRATIEFRECHTELIJKE HANDHAVING VERKEERSVOORSCHRIFTEN (WAHV).
Op 12 april 2011 is een beroepschrift ingekomen van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1969,
wonende te [woonplaats], [adres],
hierna te noemen: betrokkene.
Het beroepschrift is gericht tegen de beslissing van de officier van justitie d.d. 23 maart 2011 terzake de gedraging negeren rijrichtingbord: bord D7, gepleegd op 29 november 2010 om 08.16 uur te Eindhoven, Elburglaan in de gemeente Eindhoven met een personenauto voorzien van het kenteken [kenteken].
Betrokkene is in de gelegenheid gesteld om op de openbare mondelinge behandeling van 19 maart 2012 de inhoud van het beroepschrift nader toe te lichten. Betrokkene heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt.
Betrokkene heeft in zijn beroepschrift aangevoerd dat het blauwe rijrichtingbord, volledig aan het zicht onttrokken was door een geel omleidingsbord (foto's zijn bijgevoegd).
De afstand tussen beide borden is onvoldoende, waardoor het laatste bord vanuit een rijdend voertuig niet gezien wordt.
Betrokkene voert voorts aan dat ook voor de wegbeheerder de situatie niet duidelijk was en daarom is besloten het tweede verkeersbord (geslotenverklaring C2) te plaatsen meteen aan het begin van de Elburglaan en het gele omleidingsbord te verplaatsen.
De vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie is op de openbare mondelinge behandeling verschenen en verzoekt de kantonrechter, gelet op het relaas van de verbalisant, het beroep ongegrond te verklaren.
Betrokkene is tijdig in beroep gegaan. Voor de betaling van de sanctie en de administratiekosten is zekerheid gesteld. Betrokkene is derhalve ontvankelijk in zijn beroep.
DE OVERWEGING:
Gezien het verweer van betrokkene en de overgelegde foto's is de kantonrechter van oordeel dat de wegbeheerder in deze situatie het gele omleidingsbord niet zodanig had moeten plaatsen nu het zicht op het bord D7 werd ontnomen.
Uit het proces-verbaal van bevindingen valt af te leiden dat het omleidingsbord op ongeveer 3 meter van het bord D7 stond.
De kantonrechter acht deze afstand te kort, wanneer men deze borden met een rijdend voertuig passeert. De kans dat het achterliggende bord niet gezien wordt, is zeer aannemelijk.
Alles overwegende komt de kantonrechter tot de conclusie dat de gedraging, inhoudende het negeren van het rijrichtingbord, betrokkene niet verweten kan worden. Op andere gedragingen, zoals het niet volgen van pijlen op de weg, ziet de beslissing van de officier niet.
De kantonrechter is van oordeel dat het beroep gegrond dient te worden verklaard.
DE BESLISSING:
De kantonrechter,
Verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing, alsmede die waarbij de initiële sanctie werd opgelegd.
Bepaalt dat de zekerheidstelling en administratiekosten aan betrokkene worden teruggestort.
Deze beslissing is gegeven door mr. W.P.C.G. Derksen, kantonrechter, in tegenwoordigheid van A. van der Hall, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting d.d. 2 april 2012.
_______________________________________________________________
VERZONDEN D.D.:
Bent u het met de beslissing op uw beroep niet eens, dan kunt u binnen 6 weken vanaf bovengenoemde datum van toezending hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden, doch alleen indien:
a) de bij deze beslissing opgelegde sanctie meer dan € 70,00 bedraagt (artikel 14, eerste lid Wahv), of
b) het beroep niet ontvankelijk is verklaard omdat de zekerheid niet (tijdig) is gesteld of omdat de kantonrechter ten onrechte niet heeft geoordeeld dat de indiener wat dat betreft redelijkerwijs niet geacht kan worden in verzuim te zijn geweest (artikel 14, tweede lid Wahv).
Het beroepschrift moet tijdig worden ingediend bij de rechtbank 's-Hertogenbosch, sector strafrecht, afdeling kanton (Postbus 70584, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) en bevat tenminste uw naam en adres, een dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht en de gronden van het beroep. Het beroepschrift dient voorts door u of door uw gemachtigde (indien van toepassing) te zijn ondertekend.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij in het beroepschrift om een zitting wordt gevraagd om uw standpunt mondeling toe te lichten.