1. Is onderzochte lijdende aan een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling
van zijn geestvermogens en zo ja, hoe is dat in diagnostische zin te omschrijven?
Ja, er is zowel sprake van een ziekelijke stoornis (ADHD, afhankelijkheid van alcohol
momenteel in gedwongen remissie, in het verleden afhankelijkheid van cocaïne in
vroege remissie, misbruik van meerdere middelen in vroege remissie) en daarnaast is sprake van een gebrekkige ontwikkeling in de vorm van een persoonlijkheidsstoornis NAO met het meest in het oog springend antisociale en narcistische kenmerken.
2. Hoe was dit ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde?
Als hierboven omschreven. De afhankelijkheid van alcohol was niet in remissie. Ten tij
de van het plegen van het delict (indien bewezen) was sprake van een alcoholintoxicatie.
3. Beïnvloedde de eventuele ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van de
geestvermogens onderzochtes gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het ten
laste gelegde (zodanig dat dat mede daaruit verklaard kan worden)?
Ja, voor zover het tenlastegelegde bewezen kan worden verklaard.
4. Zo ja, kan de deskundige dan gemotiveerd aangeven:
a. op welke manier dat gebeurde,
Betrokkene herinnert zich het tenlastegelegde niet. Het is echter aannemelijk dat
voortvloeiend uit de persoonljkheidsstoornis er sprake is van een structureel hoog
spanningsniveau, prikkelgevoeligheid, een hoog agressiepotentieel, impulsiviteit en
de neiging agressie af te reageren. De ADHD zal er aan bijgedragen hebben, dat
betrokkene zocht naar vormen van ‘zelfmedicatie’ en relatief gemakkelijk overging op
excessief alcoholgebruik, dat drempelverlagend werkt voor agressieve acting out.
b. in welke mate dat gebeurde,
Betrokkene werd significant beïnvloed in zijn denken, voelen en handelen door de
beschreven problematiek.
c. welke conclusie aangaande de toerekeningsvatbaarheid op grond hiervan te
adviseren is.
Onderzoekster adviseert betrokkene als verminderd toerekeningsvatbaar te
beschouwen.
5. a. Welke factoren voortkomend uit de stoornis van betrokkene kunnen van
belang zijn voor de kans op recidive?
De afhankelijkheid van alcohol en andere middelen kan van belang zijn voor de kans
op recidive. Betrokkene kampt met een structureel hoog spanningsniveau, een hoog
agressiepotentieel. Hij is impulsief en prikkelbaar. Hij neigt ertoe spanningen af te
reageren op anderen.
b. Welke andere factoren en condities moeten hierbij in ogenschouw worden
genomen?
Betrokkene heeft geen gestructureerde daginvulling.
c. Is iets te zeggen over eventuele onderlinge beïnvloeding van deze factoren en
condities?
Deze factoren en condities beïnvloeden elkaar negatief. Zie ook de forensische
beschouwing voor een uitgebreidere bespreking van het recidivegevaar.
6. Welke aanbevelingen van gedragsdeskundige en van andere aard zijn te doen voor
interventies op deze factoren en condities en hun onderlinge beïnvloeding en binnen welk juridisch kader zou dit gerealiseerd kunnen worden?
Gezien de ernst van de beschreven problematiek, het als hoog ingeschatte recidive-
gevaar, het beperkte zelfsturende vermogen van betrokkene waardoor het moeilijk voor
hem is een behandeling vol te houden; wordt een TBS met voorwaarden geadviseerd.
Het kader van de TBS met voorwaarden zou kunnen volstaan om het recidivegevaar te
doen verminderen, terwijl betrokkene toch wordt aangesproken op zijn eigen verant-
woordelijkheid.
Daarbij is van belang dat betrokkene start met een klinische behandeling bij een Foren
sisch Psychiatrische Afdeling voor dubbeldiagnoseproblematiek, zoals bijvoorbeeld De
Ponder te Eindhoven.
Als bijzondere voorwaarden kunnen daarnaast worden opgenomen dat er reclasserings-
toezicht is, dat betrokkene zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering, dat hij
niet recidiveert en dat hij geen middelen gebruikt en de (urine)controle hierop.