Er wordt in december 2010 besloten om de tweeman- begeleiding te verlengen. Door het opstarten van de verloven is sterk naar voren gekomen dat betrokkene te weinig zicht heeft op zijn risicofactoren, met name de krenking en beïnvloedbaarheid van betrokkene, het niet kunnen horen van feedback, zijn houding ten opzichte van de behandeling, het niet tonen en uitspreken van innerlijke beleving en gebrek aan doelen tijdens verlof en het niet willen en kunnen integreren van risicofactoren tijdens verlof.
Op 8 februari 2011 is het opstarten van het verlof besproken in de interne verlofadviescommissie. Hier wordt besloten dat betrokkene zijn begeleid verlofkader kan hervatten de eerste vijf keren begeleid door DV&O, met daarna een evaluatie. Vanaf mei 2011 is betrokkene opnieuw gestart met de tweeman- begeleiding met sociotherapie. Hieruit blijkt nog steeds dat betrokkene zichzelf overschat; hij kan het allemaal wel en er is te weinig sprake van leermomenten. Met veel sturing en aansporing van sociotherapie komt er als hoogst haalbare uit dat betrokkene aangeeft dat hij meer bespreekbaar moet maken, maar alleen omdat het personeel dit wil.
Gezien de tweede behandelpoging binnen de huidige kliniek is het verlofkader van betrokkene komen te vervallen.
Samenvattende beschrijving m.b.t. het verband tussen stoornis, gevaar, geboden behandeling en de prognose.
Bij betrokkene is er sprake van narcistische, borderline en antisociale persoonlijkheidsproblematiek. Tevens zijn er kenmerken van psychopathie vastgesteld. Betrokkene heeft zich in zijn leven ontwikkeld tot een man met een opportunistische leefstijl. Onvermogend om zijn eigen spanningsopbouw te herkennen en niet geremd door gewetensvorming heeft hij door een combinatie van impulsiviteit, structuurloosheid, middelengebruik, nog steeds een hoge kans op recidive in agressief gedrag. De vorige behandelpoging van betrokkene is spaak gelopen, momenteel is er sprake van een tweede behandelpoging. Betrokkene verblijft nog maar enkele maanden in de huidige kliniek. Deze periode heeft in teken gestaan van kennismaking en observatie. Het is van belang dat betrokkene het behandelaanbod aangrijpt, en zodoende meer zicht zal ontwikkelen op zijn risicofactoren zodat deze behandeld kunnen worden. Op korte termijn is het van belang om het probleeminzicht en de copingvaardigheden van betrokkene te vergroten, het zich onthouden van middelen en het stimuleren van de eigen zelfstandigheid. Indien dit traject positief verloopt en betrokkene hiervoor intern gemotiveerd is en zich blijvend inzet zal op langere termijn mogelijk gestart kunnen worden met een resocialisatietraject.
Advies verlenging TBS maatregel.
Constaterende dat er sprake is van een hoog recidiverisico op korte en lange termijn op het moment dat de maatregel van terbeschikkingstelling zal worden beëindigd;
Gezien het feit dat er sprake is van een persoonlijkheidsstoornis en misbruik van verschillende middelen;
Gezien de reeds doorlopen behandelpoging en de recente beslissing om betrokkene een tweede behandelpoging aan te bieden;
Gezien de korte periode waarin betrokkene binnen de huidige behandelsetting verblijft, waardoor er nog geen sprake kan zijn van een goede werkrelatie en hierdoor ook nog geen helder en duidelijk beeld van betrokkene te vormen is; en betrokkene nog niet voldoende de mogelijkheid heeft gehad te werken aan zijn risicofactoren en behandeldoelen;
Adviseert de inrichting de terbeschikkingstelling van betrokkene te verlengen met twee jaar.