ECLI:NL:RBSHE:2012:BW6416

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 12/107
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaar tegen niet-ontvankelijk verklaring van verlening omgevingsvergunning

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 11 mei 2012 uitspraak gedaan in een geschil over de niet-ontvankelijkheid van een bezwaar tegen de verlening van een omgevingsvergunning. De eisers, bestaande uit een vennootschap onder firma en haar vennoten, hadden bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gemert, dat hun bezwaar tegen de verlening van de omgevingsvergunning niet-ontvankelijk had verklaard. De rechtbank oordeelde dat het procesbelang van de eisers niet was komen te ontvallen, ondanks de rechtskracht van het bestemmingsplan waarin het gebruik waarvoor de omgevingsvergunning was aangevraagd, was toegestaan. De rechtbank benadrukte dat het niet op voorhand kon worden uitgesloten dat relevante gedeelten van het bestemmingsplan niet in stand zouden blijven.

De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het bestreden besluit. Tevens werd het college van burgemeester en wethouders veroordeeld in de proceskosten, die werden begroot op € 1.311, en werd gelast om het door eisers betaalde griffierecht van € 302 te vergoeden. De rechtbank merkte op dat, als gevolg van deze uitspraak, het college alsnog op het bezwaar van eisers moest beslissen. De rechtbank gaf aan dat, indien het bestemmingsplan 'Woongebied Gemert 2011' onherroepelijk zou worden, de eisers mogelijk geen procesbelang meer zouden hebben. De rechtbank concludeerde dat het college het bezwaar van eisers niet niet-ontvankelijk had mogen verklaren en dat het beroep gegrond was.

De uitspraak biedt inzicht in de beoordeling van procesbelang in bestuursrechtelijke procedures, vooral in het licht van nieuwe planologische ontwikkelingen. De rechtbank heeft ook vermeld dat tegen deze uitspraak binnen zes weken hoger beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK ’s-HERTOGENBOSCH
Sector bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 12/107 PROCES-VERBAAL
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 mei 2012
inzake
de vennootschap onder firma [v.o.f. 1],
alsmede haar vennoten [vennoot 1], [vennoot 2], [vennoot 3],
de vennootschap onder firma [v.o.f. 2],
alsmede haar vennoot [vennoot 4],
alle te [plaats],
eisers,
gemachtigde mr. H.A. Gooskens,
tegen
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gemert,
verweerder,
gemachtigde: mr. P. Fermont.
Derde-belanghebbende partij (vergunninghouder): [vergunninghouder],
gemachtigde: mr. F.K. van den Akker.
Zitting hebben:
- mr. D.J. de Lange, rechter;
- A.J.H. van der Donk, griffier.
Het beroep heeft betrekking op het besluit van verweerder van 29 november 2011, waarbij verweerder eisers' bezwaar tegen de, als een beschikking aan te merken, verlening van rechtswege van een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, niet-ontvankelijk heeft verklaard.
De zaak is behandeld op de zitting van 11 mei 2012, waar voor eisers [vennoot 1] en [vennoot 4] zijn verschenen, bijgestaan door eisers' gemachtigde. Verweerder is verschenen bij gemachtigde.
De rechtbank heeft, na sluiting van het onderzoek ter zitting, het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, verweerder veroordeeld in de proceskosten, ten bedrage van € 1.311 en verweerder gelast om eisers het door hen betaalde griffierecht, ten bedrage van € 302, te vergoeden.
De rechtbank heeft aan haar beslissing het volgende ten grondslag gelegd:
<i>De rechtbank deelt niet verweerders opvatting dat eisers geen belang meer hadden bij de beoordeling van de rechtmatigheid van de verlening van de omgevingsvergunning van rechtswege. De omstandigheid dat het bestemmingsplan "Woongebied Gemert 2011" inmiddels rechtskracht had verkregen doet aan dit belang niet af, omdat het besluit tot vaststelling van dit plan, doordat hiertegen beroep is ingesteld, nog niet onherroepelijk is en niet op voorhand kan worden uitgesloten dat uiteindelijk de relevante gedeelten van het bestemmingsplan niet in stand blijven. De door verweerder ter zitting overgelegde uitspraak van de rechtbank Arnhem van 13 november 2003, LJN: AN8328, brengt de rechtbank niet tot een ander oordeel. De in die uitspraak behandelde kwestie is zodanig specifiek geweest voor de uitkomst van dat geschil, dat hieraan voor deze zaak geen redenen kunnen worden ontleend om een uitzondering te maken op de, ook in die uitspraak genoemde, standaardjurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) over het ontvallen van procesbelang in geval van nieuwe planologische ontwikkelingen.
Verweerder had, gelet hierop, het bezwaar van eisers niet niet-ontvankelijk mogen verklaren. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en het bestreden besluit zal worden vernietigd.
Verweerder zal worden veroordeeld in de proceskosten. Deze kosten worden, met inachtneming van het Besluit proceskosten bestuursrecht en de daarbij behorende bijlage, begroot op in totaal € 1.311, aan kosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand:
- 1 punt voor het indienen van een bezwaarschrift;
- 1 punt voor het indienen van een beroepschrift;
- 1 punt voor het verschijnen ter zitting;
- wegingsfactor 1;
- waarde per punt € 437.
Tevens zal verweerder worden opgedragen eisers het door hen betaalde griffierecht te vergoeden.
Ten behoeve van de verdere afdoening van de zaak overweegt de rechtbank nog het volgende.
Verweerder zal, als gevolg van deze uitspraak, in beginsel alsnog op het bezwaar van eisers moeten beslissen. Als op dat moment het bestemmingsplan "Woongebied Gemert 2011" inmiddels onherroepelijk is geworden, zal alsnog de situatie ontstaan dat eisers geen procesbelang meer hebben. Als (een relevant onderdeel van) het bestemmingsplan niet onherroepelijk wordt, zal verweerder, aan de hand van het door eisers gemaakte bezwaar, alsnog moeten toetsen in hoeverre de van rechtswege verleende omgevingsvergunning in stand kan blijven.
Verweerder heeft, na bespreking van deze kwestie ter zitting, verklaard dat hij niet op het bezwaar zal beslissen voordat de Afdeling op de bij haar ingestelde beroepen tegen het bestemmingsplan "Woongebied Gemert 2011" zal hebben beslist. Zowel eisers als vergunningshouder hebben met deze gang van zaken ingestemd.</i>
De rechtbank heeft er melding van gemaakt dat, binnen zes weken na de dag van toezending van dit proces-verbaal, tegen deze uitspraak hoger beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.
Waarvan is opgemaakt proces-verbaal.
Griffier Rechter
Afschriften verzonden: