ECLI:NL:RBSHE:2012:BW8626
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van taxatiekosten in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 1 juni 2012 uitspraak gedaan in een geschil over de vergoeding van taxatiekosten in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Eiser, vertegenwoordigd door dr.ir. M.J.M. Möhlmann-Bronkhorst, heeft bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde WOZ-waarde van zijn woning, die door de heffingsambtenaar van de gemeente Uden was vastgesteld op € 443.000. Na een bezwaarprocedure is deze waarde verlaagd naar € 439.000, maar eiser was van mening dat de waarde nog verder verlaagd moest worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewijslast voor de hoogte van de WOZ-waarde bij de verweerder ligt. Eiser heeft een taxatierapport overgelegd, maar de rechtbank oordeelde dat de verweerder onvoldoende inzicht heeft gegeven in de waardeopbouw van de woning in vergelijking met andere objecten. De rechtbank heeft de waarde van de woning uiteindelijk vastgesteld op € 430.000 per 1 januari 2010.
Daarnaast heeft de rechtbank zich gebogen over de vraag of de kosten van het taxatierapport voor vergoeding in aanmerking komen. De verweerder stelde dat deze kosten onder de forfaitaire vergoeding voor rechtsbijstand vallen, omdat er een verwevenheid zou zijn tussen de rechtsbijstandverlener en de taxateur. Eiser betwistte dit en voerde aan dat de kosten door hem zouden moeten worden vergoed. De rechtbank oordeelde dat uit de overeenkomst van opdracht niet kon worden afgeleid dat eiser verdergaande kosten zou moeten dragen dan de forfaitaire vergoeding. De rechtbank heeft het verzoek om vergoeding van de taxatiekosten en kadasterkosten afgewezen, maar heeft de verweerder wel veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten aan eiser.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar, en droeg de verweerder op het betaalde griffierecht van € 41,- aan eiser te vergoeden. Tevens werd de verweerder veroordeeld in de proceskosten tot een bedrag van € 874,-. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.