ECLI:NL:RBSHE:2012:BX0492

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/845451-11
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor gewapende overval met hennepplanten

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 6 juli 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van een gewapende overval op een woning in Maren-Kessel, gemeente Oss, op 21 december 2011. De verdachte, die thans gedetineerd is, werd ervan beschuldigd samen met anderen een laptop en hennepplanten te hebben gestolen, waarbij geweld en bedreiging met een vuurwapen tegen de bewoner van de woning werd gebruikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen gronden waren voor schorsing van de vervolging. De rechtbank achtte de verdachte wettig en overtuigend bewezen schuldig aan de tenlastegelegde feiten, waaronder diefstal met geweld en het voorhanden hebben van een vuurwapen van categorie II. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 24 maanden geëist, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft deze eis grotendeels overgenomen en heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft ook de teruggave gelast van inbeslaggenomen goederen aan de verdachte, omdat het belang van de strafvordering zich daar niet meer tegen verzet. De uitspraak is gedaan na een zorgvuldige afweging van de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de impact van de gepleegde strafbare feiten op de gemeenschap.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/845451-11
Datum uitspraak: 06 juli 2012
Verkort vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1990],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans gedetineerd te: P.I. HvB Grave (Unit A + B).
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 22 juni 2012.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 8 maart 2012.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 22 juni 2012 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 21 december 2011 te Maren-Kessel, gemeente Oss, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [straatnaam]) heeft weggenomen een laptop en/of een of meer hennepplant(en), in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming, te weten het vernielen van een ruit van de voordeur van
voornoemde woning,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk
geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s)
- zich gezamenlijk en/of gehuld in donkere kleding en/of met gezichtsbedekking
dreigend voor de woning van die [slachtoffer] heeft/hebben opgehouden en/of
- een dreigende beweging met de hand heeft/hebben gemaakt en/of
- die [slachtoffer] een vuurwapen heeft/hebben getoond en/of
- met dat vuurwapen een schietende beweging heeft/hebben gemaakt;
[artikel 312 en 311 jo 47 Wetboek van Strafrecht];
2.
hij op of omstreeks 21 december 2011 te Maren-Kessel, gemeente Oss, in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een (vuur)wapen van categorie
II, te weten een dubbelloops jachtgeweer waarvan de loop en/of de kolf zijn
ingekort, en/of (bijbehorende) munitie van categorie III voorhanden heeft gehad;
[artikel 26 Wet wapens en munitie]
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte
Ten aanzien van feit 1:
op 21 december 2011 te Maren-Kessel, gemeente Oss, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [straatnaam]) heeft weggenomen een laptop en hennepplanten, toebehorende aan [slachtoffer],
waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak, te weten het vernielen van een ruit van de voordeur van
voornoemde woning, welke diefstal werd voorafgegaan van bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte, en zijn mededaders
- zich gezamenlijk en gehuld in donkere kleding en met gezichtsbedekking dreigend voor de woning van die [slachtoffer] hebben opgehouden en
- een dreigende beweging met de hand hebben gemaakt en
- die [slachtoffer] een vuurwapen hebben getoond;
Ten aanzien van feit 2:
op 21 december 2011 te Maren-Kessel, gemeente Oss, in vereniging met anderen een vuurwapen van categorie II, te weten een dubbelloops jachtgeweer waarvan de loop en de kolf zijn ingekort, en (bijbehorende) munitie van categorie III voorhanden heeft gehad.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
De bewijsverweren zullen worden weerlegd door de aan te halen bewijsmiddelen in een aanvulling op het verkort vonnis in het geval de verdachte in hoger beroep komt.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De strafbaarheid van het feit.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.
Oplegging van straf.
De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie vordert een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en met aftrek van het voorarrest.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straffen die aan verdachte dienen te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op:
a. de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan,
b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheden in het nadeel van verdachte:
- de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de door verdachte gepleegde strafbare feiten hebben grote onrust veroorzaakt in de plaatselijke gemeenschap;
- het gewelddadig karakter van de door verdachte gepleegde strafbare feiten, dat verdachte er niet voor is teruggeschrokken om samen met anderen met gebruikmaking van een vuurwapen tegen zijn medemens 's nachts in zijn eingen woning te overvallen;
- verdachte heeft bij het plegen van de feiten gehandeld uit puur winstbejag en heeft zich niets aangetrokken van de belangen van de benadeelde.
In het voordeel van verdachte weegt de rechtbank mee:
- uit een omtrent de geestvermogens van verdachte uitgebracht rapport blijkt, dat de door hem gepleegde strafbare feiten in verminderde mate aan hem kunnen worden toegerekend vanwege het bestaan van een ziekelijke stoornis en beperkte begaafdheid van verdachte.
De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden.
De rechtbank zal deze gevangenisstraf voor een gedeelte voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Beslag.
De rechtbank zal de teruggave gelasten van de in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerpen aan verdachte nu naar het oordeel van de rechtbank het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave van de inbeslaggenomen goederen.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 14a, 14b, 14c, 27, 47, 57, 310, 312
Wet wapens en munitie art. 26, 55.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven;
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
Ten aanzien van feit 1:
diefstal voorafgegaan van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Ten aanzien van feit 2:
medeplegen van:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II
en
medeplegen van:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
De rechtbank verklaart verdachte hiervoor strafbaar en legt op de volgende straf.
Ten aanzien van feit 1, feit 2:
Gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Bepaalt dat een deel deze gevangenisstraf groot 8 (acht) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
Teruggave inbeslaggenomen goederen, te weten:
een mobiele telefoon, Blackberry 8520, en 2 schoenen Nike Air van verdachte;
Afwijzing van het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C.B.M. Bruens, voorzitter,
mr. A.F. van Hoorn en mr. J.G. Vos, leden,
in tegenwoordigheid van M.J.H. Rijnbeek, griffier,
en is uitgesproken op 6 juli 2012.